Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1930/GB, 24 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:24-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/1930/GB

Betreft: [klager] datum: 24 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 juli 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor jong volwassenen Scheveningen (jovo-h.v.b.) te Den Haag ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 22 juni 2005 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. te Krimpen aan den IJssel. Op 5 september 2005 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. te Den Haag.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Gedurende zijn verblijf in het h.v.b. te Krimpen aan den IJssel was hij bezig een stukje van zijn leven te verbeteren. Zijn indruk is dat het tussen iets oudere mensen met hem beter gaat. Klager is bang dat als hij tussen leeftijdsgenoten geplaatst
wordt, hij weer jongens van voorheen tegenkomt en weer het verkeerde pad op gaat.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Plaatsing in het jovo-circuit gebeurt niet op vrijwillige basis maar op grond van wettelijke regelgeving. Klager heeft gezien de indicatiestelling een score op de onderdelen first offender en opleiding. Het parket van insluiting, in casu Den Haag, is
bepalend geweest bij de inrichtingskeuze. Er is niet gebleken van een onderbouwing door een gedragsdeskundige waaruit blijkt dat klager niet geïndiceerd is voor een jovo-afdeling.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar
en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan
worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24
jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.3. De selectiefunctionaris heeft ter motivering van zijn beslissing mede aangevoerd dat er geen sprake is van een advies van bijvoorbeeld een gedragsdeskundige waaruit zou blijken dat een jovo-plaatsing op ernstige bezwaren zou stuiten. Dit
onderdeel van de gegeven motivering kan de beslissing niet mede dragen. De Regeling verplicht niet tot het vragen van een advies van een gedragsdeskundige. Het feit dat van advisering niet blijkt, kan daarom niet worden aangemerkt als een argument ten
gunste van plaatsing in een jovo-inrichting. In bijzondere gevallen kan het echter aangewezen zijn dat bedoelde beslissing niet wordt genomen dan nadat een door de directeur van de inrichting of door de selectiefunctionaris gevraagd advies van een
gedragsdeskundige is uitgebracht.

4.4. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting
kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij first offender is en een tekortkoming heeft voor wat betreft opleiding en dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling.

4.5. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als
onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de door hem gestelde mogelijke problemen met leeftijdsgenoten maakt dit niet anders.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 24 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven