Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1661/GA, 21 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:21-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1661/GA

betreft: [klager] datum: 21 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 juni 2005 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer, voorzover geen tegemoetkoming wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de oplegging van een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in de strafcel wegens het valselijk beschuldigen van personeel,
op
de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Klager heeft vier dagen in de strafcel verbleven in eet- en drinkstaking. Hij kan zich herinneren dat hij in een plas bloed is opgestaan, in een rolstoel is
gezet en met een ambulance is afgevoerd. Vervolgens heeft hij een week verbleven in het penitentiair ziekenhuis zonder te kunnen praten en is hij daarna overgeplaatst naar de locatie Alphen aan den Rijn. Hij verzoekt om een tegemoetkoming van € 200,=.

De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden toegekend voor het door betrokkene ondervonden ongemak.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van
de
desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De beroepscommissie kan zich er in vinden, dat de beklagcommissie in dit geval in haar overwegingen omtrent het al of niet toekennen van een tegemoetkoming heeft betrokken de waarschijnlijkheid dat aan klager, zou hij niet gestraft zijn, een
afzonderingsmaatregel in een afzonderingscel zou zijn opgelegd in afwachting van zijn overplaatsing; de directeur heeft zijn voornemen tot het doen overplaatsen van klager immers in de strafbeschikking vermeld. Dat laat evenwel onverlet, dat de
gegrondverklaring van het beklag betekent dat de verkeerde procedure gevolgd is, hetgeen op zich een tegemoetkoming rechtvaardigt. De beroepscommissie zal die tegemoetkoming, gelet op de omstandigheden van het geval, als na te melden vaststellen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beslissing van de beklagcommissie, voorzover daarbij geen tegemoetkoming is vastgesteld, en kent klager een tegemoetkoming toe van € 25,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven