Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1772/GA, 20 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1772/GA

betreft: [klager] datum: 20 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 juli 2005 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.)/isd Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 september 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en namens de directie, [...], locatiedirecteur en de heer [...], unit-directeur van voornoemd h.v.b./isd Amsterdam.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering klager van paviljoen 4 weg te plaatsen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is ten onrechte op paviljoen 4 geplaatst. Dit is een afdeling met een sober regime voor stelselmatige daders. Aan hem is echter door de rechter
een
maatregel van strafrechtelijke opvang van verslaafden (verder: SOV-maatregel) opgelegd. Klager wil niet willekeurig behandeld worden; hij wil het groepsprogramma op afdeling 2 volgen. Op paviljoen 4 leert hij niets. De inrichting heeft voor klager een
plan van opvang opgesteld. In vijf maanden tijd heeft hij hiervan niets kunnen doen. Klager kan zich vinden in de opvatting van de directeur dat hij er nog niet aan toe was. Hij doet nu veel aan sport. Inmiddels is er met medewerking van de GGD een
individueel plan opgesteld. Dat had veel eerder moeten gebeuren.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is in eerste instantie op paviljoen 3 geplaatst voor de tenuitvoerlegging van de SOV-maatregel. Klager was echter moeilijk te hanteren en
had
een grote mond. Dit resulteerde in veel rapporten. De toenmalige mentor heeft veel aandacht aan klager besteed, echter zonder resultaat. Klager heeft een strakke structuur nodig. Daarom is hij geplaatst op paviljoen 4. Op 22 april 2005 is besloten
klager niet van paviljoen 4 naar een ander paviljoen te plaatsen. Het lukt niet om klager in een groep te laten opereren. Daarom is gekeken of een individueel programma mogelijk was. Dat heeft enige tijd geduurd. Vrij recent is het gelukt met
medewerking van de GGD aan klager een individueel traject aan te bieden.

3. De beoordeling
Aan klager is door de rechter een SOV-maatregel opgelegd. Bij wet van 9 juli 2004, inwerking getreden op 1 oktober 2004 (Stb. 2004, 471) is de SOV-maatregel opgegaan in de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders. De
beslissing van de directeur van 22 april 2005 om klager in het kader van de tenuitvoerlegging van de maatregel niet naar een ander paviljoen over te plaatsen, is voor beklag vatbaar.

Aannemelijk is geworden dat klager niet kan meedraaien in een groep doch een sterke structuur nodig heeft. Op paviljoen 4 wordt hem een strakkere structuur geboden. Vervolgens zijn voldoende maatregelen genomen om voor klager een individueel programma
te realiseren. Gelet op het vorenstaande is de beslissing van de directeur om klager niet over te plaatsen naar een ander paviljoen niet in strijd met de wet en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin onredelijk en onbillijk. Het
beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, A.J. Dost en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 20 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven