Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1454/GA, 18 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:18-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1454/GA

betreft: [klager] datum: 18 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 juni 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de inrichting voor stelselmatige daders (hierna ISD) Utrecht, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde ISD in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. A.W. Syrier om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beslissing van de beklagrechter
De beklagrechter heeft naast het gegrond verklaren van klagers beklag de directeur opgedragen alsnog een evaluatieverslag op te maken en met klager te bespreken en voorts een tegemoetkoming van € 50,= vastgesteld, indien niet uiterlijk binnen drie
weken
na verzending van de uitspraak een evaluatieverslag is vastgesteld.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Door het uitblijven van twee evaluatieverslagen heeft klager ernstig geleden en in onzekerheid verkeerd over de voortgang. Hij zit al veertien maanden in de eerste fase van het ISD-traject. Ondanks dat de
inrichting nalatig is geweest, heeft klager geen tegemoetkoming ontvangen.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Op 2 juni 2005 is getracht om aan klager een evaluatieverslag te overhandigen. Klager verbleef op dat moment in de strafcel en heeft geweigerd het verslag in ontvangst te nemen.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. De tegemoetkoming is niet
bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffende
inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
Het verbinden van een tegemoetkoming aan het niet binnen een bepaald tijdsbestek voldaan hebben door de directeur aan een nadere opdracht verdraagt zich niet met de terzake in de Pbw neergelegde systematiek. Indien de directeur wordt opgedragen een
nadere beslissing te nemen, zou immers eerst in een eventuele nieuwe beklagzaak bezien moeten worden of aan die opdracht is voldaan en zo nee of een tegemoetkoming geboden is. De beroepscommissie zal het beroep van klager derhalve gegrond verklaren, de
beslissing van de beklagrechter vernietigen op het punt van de voorwaardelijk toegekende tegemoetkoming en gelet op de omstandigheden van het geval aan klager een tegemoetkoming van € 50,= toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter als voorschreven en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van
€ 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven