Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1433/GA, 18 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:18-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1433/GA

betreft: [klager] datum: 18 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 juni 2005 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.)/ISD Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 september 2005, gehouden in de locatie Alphen aan den Rijn, is klager gehoord.

De directeur van het h.v.b./ISD Rotterdam heeft telefonisch laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het niet verstrekken van een lunchpakket op 8 december 2004 en
b. de plaatsing in een extra beveiligde cel, wegens verhoogd risico in verband met GRIP-informatie.

De beklagcommissie heeft klager met betrekking tot het beklag vermeld onder a. niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag en het beklag vermeld onder b. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot onderdeel a.:
Klager is om circa 10.00 uur opgehaald voor het transport en hij is om circa 20.00 uur weer teruggekeerd in de inrichting. De dag tevoren is tegen klager gezegd dat hij de volgende ochtend op transport zou gaan. Klager had die ochtend niet ontbeten. Er
was nog geen ontbijtronde geweest. De avond tevoren pleegt het brood voor het ontbijt te worden verstrekt. Klager heeft ook geen lunchpakket meegekregen. Hij heeft er wel om gevraagd. Ook in de rechtbank heeft klager er om gevraagd. Gewoonlijk krijg je
een lunchpakket mee met het transport. Klager had niet eerder een extra beveiligd transport meegemaakt. Het was heel verwarrend. Klager vraagt zich af wie er verantwoordelijk is voor de verstrekking van het lunchpakket en bij wie hij kan klagen.
Met betrekking tot onderdeel b.
Klager heeft het GRIP-rapport nooit ontvangen. Hij is niet in afzondering geplaatst, maar in een extra beveiligde cel met dikkere muren en een extra stalen buis in de tralies. Het was er wel kouder dan in een gewone cel. Hij kon over al zijn
eigendommen
beschikken en zijn reguliere dagprogramma volgen. Op papier staat dat de reden voor plaatsing in een extra beveiligde cel ontvluchting was. Van het b.s.d. heeft klager echter vernomen dat hij in de extra beveiligde cel is geplaatst omdat zijn leven in
gevaar zou zijn. De houding van de bewaarders tegenover klager veranderde wel nadat hij in de extra beveiligde cel was geplaatst. Klager wil graag weten wie er verantwoordelijk is voor de GRIP-info.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Met betrekking tot onderdeel a.:
Het beklag heeft geen betrekking op een door of namens de directeur genomen beslissing. Het betreft een klacht over de wijze waarop klager behandeld is door de medewerkers van een speciaal team van DV&O. Of er wel of geen lunchpakket door de inrichting
is meegegeven, valt niet meer te achterhalen.
Met betrekking tot onderdeel b.:
Klager is op een extra beveiligde cel geplaatst naar aanleiding van binnengekomen GRIP-informatie. Voor wat betreft het regime en/of het dagprogramma heeft dit geen gevolgen gehad voor klager. De inrichting van de extra beveiligde cel is hetzelfde als
van de cel waar klager voorheen verbleef. Een extra beveiligde cel beschikt over uitbraakwerende eigenschappen en is gelegen op een afdeling die strategisch veiliger gesitueerd is binnen het complex.

Na de zitting is nadere informatie opgevraagd bij het h.v.b./ISD Rotterdam en op respectievelijk 7 september 2005 en 21 september 2005 ontvangen. Deze informatie, waaronder het GRIP-rapport, is op 21 september 2005 gefaxt aan klager. Klager is tot 28
september 2005 in de gelegenheid gesteld om hier nader schriftelijk op te reageren. Klager heeft niet gereageerd.

3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a. overweegt de beroepscommissie dat ook voor wat betreft extra beveiligd vervoer de Circulaire 5226951/DJI/03 van 15 april 2004 van toepassing is. Uit artikel 8 van de Circulaire volgt dat indien te voorzien is dat de
justitieel ingeslotene tijdens het transport een maaltijd moet gebruiken, het personeel van de inrichting een lunchpakket en drinken meegeeft aan de transportbegeleider. De enkele restrictie is dat het lunchpakket of het drinken niet is verpakt in glas
of blik.
Het (niet) verstrekken van een lunchpakket betreft derhalve een namens de directeur genomen beslissing. De beroepscommissie zal daarom de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog ontvangen in het beklag.
Door klager is gesteld dat hem op 8 december 2004 geen lunchpakket door de inrichting is verstrekt. Door en namens de directeur is slechts in algemene termen gereageerd en gesteld dat dat niet meer te achterhalen valt. Nu het door klager gestelde
onvoldoende is weerlegd door de directeur zal de beroepscommissie het beklag alsnog gegrond verklaren. Aan klager zal een tegemoetkoming van € 5,= worden toegekend.

Met betrekking tot onderdeel b. overweegt de beroepscommissie dat uit de overgelegde GRIP-rapportage is gebleken dat het meldpunt GRIP op 19 november 2004 informatie heeft ontvangen van de Engelse liaison-officer in Den Haag dat een met naam genoemde
persoon van plan was om wraak te nemen op klager, omdat klager verantwoordelijk zou zijn voor de moord op diens broer. De bron van de informatie werd door de liaison-officer als doorgaans betrouwbaar beoordeeld. Het meldpunt GRIP heeft de directeur
geadviseerd om zodanige maatregelen te nemen dat klagers veiligheid zoveel als mogelijk werd gewaarborgd. De directeur heeft vervolgens klager in een extra beveiligde cel geplaatst hetgeen verder geen consequenties heeft gehad voor klagers
bewegingsvrijheid. De inrichting van de cel was hetzelfde als die van een reguliere cel en klagers regime en dagprogramma zijn ongewijzigd gebleven. De beroepscommissie is, gelet op het hiervoor vermelde, van oordeel dat de beslissing van de directeur
om klager in een extra beveiligde cel te plaatsen niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
Met betrekking tot onderdeel a.:
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, ontvangt klager alsnog in het beklag en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Met betrekking tot onderdeel b.:
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. M. Kooijman en mr. R. Weenink, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven