Nummer: 05/1309/GB
Betreft: [klager] datum: 28 september 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 mei 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaarschrift tegen afwijzing van zijn verzoek tot plaatsing op de verslaafden begeleidingsafdeling (v.b.a.) gevangenis Zoetermeer ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 26 februari 2005 gedetineerd. Hij verblijft in het huis van bewaring Haarlem.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft bij zijn aanhouding aangegeven dat hij verslaafd is. Op zijn registratiekaart staat dit echter niet vermeld. Klager heeft zich in Haarlem aangemeld voor de v.b.a. en heeft van het CAD
een rapportage ontvangen. Klager heeft de indruk dat het CAD en de selectiefunctionaris dwars liggen. Klager heeft in Haarlem wel op de v.b.a. verbleven.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Gelet op de inrichtingsrapportage van 20 september 2005 heeft klager eerder op een v.b.a. verbleven. Uit de rapportage blijkt dat zijn gedrag kennelijk dusdanig was dat men hem van de v.b.a. verwijderd heeft. Er is geen aanleiding om klager opnieuw op
een v.b.a. te plaatsen.
4. De beoordeling
Uit de inrichtingsrapportage d.d. 20 september 2005 blijkt dat klager op de v.b.a. van het h.v.b. Haarlem heeft verbleven en dat hij in april 2005 door de inrichtingspsycholoog ongeschikt is bevonden voor plaatsing op een v.b.a.. Vervolgens is klager
teruggeplaatst naar een reguliere afdeling van het h.v.b. Haarlem. Gelet op het bovenstaande en mede gelet op klagers v.i.-datum van 24 oktober 2005, is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van
de
selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 september 2005
secretaris voorzitter