nummer: 05/1726/GA
betreft: [klager] datum: 12 oktober 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 6 juli 2005 van de beklagcommissie bij de locatie De Leuvense Poort te ‘s-Hertogenbosch, voorzover deze de vaststelling betreft dat geen tegemoetkoming wordt toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. H.M.S. Cremers om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het zoekraken van klagers uitvoer, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager had begrepen dat er wel een tegemoetkoming is toegekend en dat deze bepaald zou worden in overleg met de directeur. Wellicht is op de aantekening mondelinge uitspraak abusievelijk het hokje
tegemoetkoming niet aangekruist.
De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Door de voorzitter van de beklagcommissie is gesproken over een schadevergoeding en niet over een tegemoetkoming. Dit staat ook in de uitspraak uitdrukkelijk vermeld.
3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van
de
desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter. De beklagcommissie heeft in haar uitspraak met zoveel woorden bepaald, dat klager geen tegemoetkoming zal worden toegekend, maar hem wel gewezen op de hiervoor vermelde
mogelijkheden tot het verkrijgen van een schadevergoeding. Voorzover de beklagcommissie tot uitdrukking heeft willen brengen, dat er naast het trachten te verkrijgen van schadevergoeding geen plaats is voor een tegemoetkoming, moet dat oordeel onjuist
geacht worden. De beroepscommissie zal, gelet op de omstandigheden van het geval, na te melden tegemoetkoming vaststellen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, voorzover daarbij aan klager geen tegemoetkoming werd toegekend, en stelt alsnog een tegemoetkoming vast van € 15,=.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 oktober 2005
secretaris voorzitter