Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1863/GA, 12 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:12-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1863/GA

betreft: [klager] datum: 12 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 juli 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord te Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het beëindigen van klagers baantje.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager is op 21 april 2005 begonnen als afdelingsreiniger. Hij heeft zich hiervoor meer dan 100% ingezet. De afdeling was keurig schoon en netjes. Na een week of acht kreeg hij te horen dat zijn baantje er bijna opzat. Het was namelijk een baantje voor
drie maanden. Dit was voor klager een teleurstelling. In verband met zijn stoornis kan hij niet goed overweg met teleurstellingen. Hij wordt dan kwaad en zegt dingen waar hij later spijt van heeft of doet wat anders. In dit geval heeft hij bepaalde
dingen gezegd en geschreven waardoor hij met spoed werd overgeplaatst. Het was beter geweest als tevoren gezegd was dat het baantje maar voor drie maanden was. In het vervolg zal klager zelf wel vragen voor hoe lang het is.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing om een aan een gedetineerde toegekend baantje te beëindigen een (namens) de directeur genomen beklagwaardige beslissing betreft. Derhalve zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter
vernietigen en klager alsnog ontvangen in het beklag.
Uit de reactie van de directeur op het beklag volgt dat personeel klager heeft duidelijk gemaakt dat het om een baantje voor de duur van drie maanden ging. In uitzonderingsgevallen wordt wel eens afgeweken van de maximale duur. In het geval van klager
is op de termijn van drie maanden geen uitzondering gemaakt, omdat klager zich identificeerde met het inrichtingspersoneel en niet langer geïndiceerd was voor plaatsing op de afdeling voor bijzondere zorg, maar naar een afdeling met een beperkter
zorgniveau kon worden overgeplaatst. Gelet op het hiervoor overwogene is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing om klagers baantje te beëindigen niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin
als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven