Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1281/GA, 21 september 2005, beroep
Uitspraakdatum:21-09-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1281/GA

betreft: [klager] datum: 21 september 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de extra beveiligde inrichting (EBI) Nieuw Vosseveld te Vught,

gericht tegen een uitspraak van 30 mei 2005 van de beklagcommissie bij de EBI, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 augustus 2005, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur van de EBI.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat er met Pasen geen kerkdienst is gehouden.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur vindt dat hij verantwoordelijk is voor het creëren van de voorwaarden voor het houden van een kerkdienst. Hij heeft de voorwaarden gecreëerd. Of de geestelijk verzorger uiteindelijk een kerkdienst organiseert is aan de geestelijk verzorger
en niet aan de directeur. De directeur heeft de geestelijk verzorger nog gevraagd of hij een kerkdienst voor één persoon wilde organiseren. De geestelijk verzorger wilde dit niet en heeft het daar, zo vertelde de geestelijk verzorger aan de
unit-directeur, ook met klager over gehad.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is de enige gedetineerde in de EBI die het katholieke geloof aanhangt. Pasen is voor hem erg belangrijk en hij vindt het schandalig dat er geen kerkdienst is georganiseerd. Hij heeft zich zelfs tot de Paus gewend, omdat de EBI de enige p.i. in
Europa is waar geen toegang tot de kerk is. De geestelijk verzorger heeft, anders dan de unit-directeur heeft gezegd, vooraf niet met klager gesproken over het feit dat hij geen kerkdienst zou houden met Pasen.

3. De beoordeling
Artikel 41, derde lid onder c, Pbw, bepaalt dat de directeur de gedetineerde in de gelegenheid stelt op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen in de inrichting te houden godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomsten van zijn keuze bij
te
wonen.

De beroepscommissie is van oordeel dat uit het vorenstaande een zekere inspanningsverplichting voor de directeur voortvloeit. Die inspanningsverplichting brengt in ieder geval met zich mee dat de directeur dient te voorzien in de randvoorwaarden die
noodzakelijk zijn om een godsdienstige bijeenkomst, zoals in klagers geval een kerkdienst tijdens Pasen, te organiseren.

In het onderhavige geval heeft de directeur voorzien in de hiervoor bedoelde randvoorwaarden. Het is de geestelijk verzorger geweest die een zelfstandige afweging heeft gemaakt en, nu alleen klager belangstelling had voor een kerkdienst, heeft besloten
de dienst niet te laten plaatsvinden. Voldoende aannemelijk wordt geacht dat de geestelijk verzorger dit met klager heeft gecommuniceerd.

Tegen de achtergrond van het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de directeur in dit geval voldoende invulling heeft gegeven aan de op hem rustende inspanningsverplichting. Het beroep van de directeur zal dan ook gegrond worden
verklaard en het beklag van klager zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L. de Greef, secretaris, op 21 september 2005

secretaris voorzitter

Naar boven