Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1252/GB, 26 augustus 2005, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/1252/GB

Betreft: [klager] datum: 26 augustus 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 april 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 20 april 2005 door de selectiefunctionaris gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft beslist tot overplaatsing van klager naar de gevangenis Overmaze te Maastricht.

2. De feiten
Klager is sedert 29 maart 2003 gedetineerd. Hij verbleef in de EBI te Vught. Op 2 mei 2005 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Overmaze, waar een regime van beperkte gemeenschap (b.g.g.) geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager heeft al een jaar in een disciplinair regime doorgebracht in de EBI. Hij heeft altijd een goed gedrag vertoond en zou graag de kans krijgen om naar een gewone gevangenis te gaan. Afgezien van het telefoneren was de EBI nog beter dan de
gevangenis
Overmaze.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 12 juli 2004 in de EBI geplaatst naar aanleiding van berichten dat hij zou willen ontvluchten vanuit Amsterdam. Inmiddels is er geen sprake meer van concreet verhoogd vluchtgevaar, zodat klager uit de EBI geplaatst kan worden en
geselecteerd kan worden voor een ander regime. De selectiefunctionaris heeft met klager gesproken en het advies uitgebracht om klager uit de EBI te plaatsen. Op 28 april 2005 heeft de voorzitter van de SAC-EBI het besluit genomen om klager uit de EBI
te
plaatsen en op 29 april 2005 is de beslissing genomen om klager in het b.g.g.-regime van de gevangenis Overmaze te plaatsen. De reden voor plaatsing in het b.g.g.-regime is dat betrokkene kort na uitplaatsing uit de EBI beter gevolgd kan worden in zijn
bewegingen. Bovendien is plaatsing in een kleine groep zeer wenselijk om de overgang van het zeer rustige EBI-regime naar plaatsing in een grotere groep geleidelijk aan te realiseren. In het verleden is gebleken dat gedetineerden vanuit de EBI
problemen
kunnen hebben met plaatsing in een grote groep. Eén en ander is het beleid van de selectiecommissie. Na een half jaar zal klagers verblijf in het b.g.g.-regime opnieuw in overweging worden genomen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Overmaze is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Een tot gevangenisstraf veroordeelde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, tenzij hiervoor gewichtige contra-indicaties bestaan.
Klager heeft gedurende een periode van circa tien maanden in de EBI verbleven. Omdat er inmiddels geen sprake meer was van concreet verhoogd vluchtgevaar diende hij elders geplaatst te worden. De overgang van de EBI naar een gevangenis met een regime
van algehele gemeenschap wordt door de selectiefunctionaris te groot geacht en om die reden is klager vooralsnog in een gevangenis met een b.g.g.-regime geplaatst, waar hij in een wat rustiger en kleinere groep verblijft dan in een gevangenis met een
regime van algehele gemeenschap. De beroepcommissie is van oordeel dat de beslissing om klager vooralsnog over te plaatsen naar een inrichting met een b.g.g.-regime niet in strijd is met de wet en evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt, temeer nu na een verblijf van zes maanden opnieuw zal worden overwogen of klagers plaatsing in het b.g.g.-regime nog noodzakelijk is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 augustus 2005

secretaris voorzitter

Naar boven