nummer: 05/680/GA
betreft: [klager] datum: 10 augustus 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 14 maart 2005 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 20 mei 2005, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij de p.i. Vught.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft -voorzover in beroep aan de orde- het feit dat klager een aan een andere gedetineerde toebehorende playstation 2 (ps2) heeft teruggekregen.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ik had een ps2 op cel. Vanwege geluidsoverlast is deze van mijn cel gehaald. Nadien werd ik overgebracht naar de landelijke afzonderingsafdeling (LAA). Mijn cel is ontruimd. Omdat de ps2 al eerder van mijn cel was gehaald, kan deze nooit bij de andere
spullen hebben gezeten. Mijn ps2 was verzegeld en van mijn naam voorzien. Nadat ik weer naar mijn cel was teruggekeerd kreeg ik een ps2 van een andere gedetineerde. Diens naam stond er ook op.
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De ps2 -verzegeld en van naam voorzien- is bij de celontruiming ingepakt met de andere spullen die op klagers cel aanwezig waren. De ps2 is niet gesepareerd geweest van de rest van zijn spullen. Indien de ps2 eerder is ingenomen in verband met
geluidsoverlast, dan is deze tijdelijk apart op de afdeling geplaatst. Niet uitgesloten is dat op dat moment daar ook een andere ps2 heeft gestaan. Er kan vanuit gegaan worden dat klager dezelfde ps2 heeft teruggekregen als hij eerder op cel had.
Klager
leent bij voortduring goederen uit aan anderen. Klager heeft mogelijk zijn ps2 geruild met een medegedetineerde, die inmiddels met ontslag is.
3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat klager op enig moment een hem toebehorende ps2 op zijn cel heeft gehad. Niet betwist is dat er een ps2 van klagers cel is gehaald vanwege geluidsoverlast en dat
deze apart is geplaatst op de afdeling. Onduidelijk blijft hierbij of deze ps2 in een afgesloten ruimte heeft gestaan en of dit in die periode de enige ps2 aldaar was. Klager voert aan dat hij zijn ps2 niet op cel heeft teruggekregen voordat hij werd
overgebracht naar de LAA. De directeur heeft deze stelling niet met overtuigende argumenten kunnen weerleggen. De desgevraagd toegezonden ontruimingslijst biedt hiertoe evenmin duidelijke aanknopingspunten. De wijze waarop is weergegeven dat er een ps
zou zijn aangetroffen op de cel van klager roept vraagtekens op. Daarbij komt nog dat klager na terugkeer op zijn cel weliswaar een ps2 ontvangen heeft, maar dat deze voorzien was van de naam van een andere gedetineerde. Onvoldoende aannemelijk is
geworden dat klager de ps2 wel geruild zou hebben. In aanmerking genomen het gevoerde beleid dat tegen het onderling door gedetineerden ruilen van goederen wordt opgetreden, had het op de weg van de unit-directeur gelegen bij het verwijderen van
verzegelde en van een naam voorziene apparatuur te doen controleren of het apparaat in kwestie de gedetineerde bij wie het wordt weggehaald ook daadwerkelijk toebehoort. De beroepscommissie komt, al het voorgaande in onderling verband en samenhang
bezien, tot het oordeel dat het de unit-directeur moet worden toegerekend dat klager een hem niet toebehorende ps2 heeft ontvangen.
Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard. Klager wordt de na te noemen tegemoetkoming toegekend.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 10 augustus 2005.
secretaris voorzitter