Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1257/GB, 29 augustus 2005, beroep
Uitspraakdatum:29-08-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/1257/GB

Betreft: [klager] datum: 29 augustus 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 mei 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 24 februari 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Torentijd te Middelburg. Op 28 april 2005 is hij geplaatst in de gevangenis De IJssel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager kon zijn oren niet geloven toen hij hoorde dat zijn urinecontrole (uc) positief was bevonden. Klager heeft niet gebruikt tijdens verlof dan wel tijdens detentie. Hij is weliswaar te laat teruggekeerd van verlof, maar volgens de medewerker van
het
b.s.d., die klager telefonisch heeft gesproken, zou dit geen consequenties hebben voor klagers plaatsing in Maashegge of voor het verlof als hij op 28 februari 2005 vóór vijf uur terug zou zijn. Klager is hierna direct teruggegaan en was ruim vóór vijf
uur in de inrichting. Klager wist dat hij een uc zou krijgen, maar daar hoefde hij zich geen zorgen om te maken omdat hij, althans dat dacht hij, niets had gebruikt. Als klager gebruikt zou hebben, zou hij niet terug zijn gegaan in verband met de
gevolgen. Later na een bezoek aan de inrichtingsarts realiseerde klager zich dat hij Ritalin, pure amfetaminen, Rohypnol en Methadon gebruikte. Als dit door de inrichting wordt verstrekt, kunnen dit toch geen verboden middelen zijn. Omdat klager de
uitslag van de uc niet op schrift kreeg, is hij niet in beklag gegaan. De uitslag van de uc is niet van toepassing op klager. Inmiddels heeft klager wel de uitslag van de uc vernomen. De uitslag kan niet van toepassing zijn op klager. Bij de uitslag
zou
ook Ritalin vermeld moeten zijn. Er wordt ook gesproken van ontvluchting, maar dit is niet juist. Klager is in de nacht van 27 op 28 maart 2005 door de politie naar zijn verlofadres gebracht vanuit het ziekenhuis. De reden daarvoor is bekend en klager
is daarvoor gestraft met een disciplinaire straf van vijf dagen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager geeft in zijn beroepschrift aan dat hij geen middelen gebruikt zou hebben tijdens zijn verlof dan wel tijdens detentie. In de rapportage van De Torentijd wordt aangegeven dat klager positief scoort op benzodiazepines, cocaïne en methadon. Door
de
medische dienst is aangegeven dat klager methadon verstrekt krijgt via deze dienst. Klager geeft aan Ritalin en Rohypnol verstrekt te hebben gekregen. Dit verklaart echter niet de aanwezigheid van cocaïne. Wat betreft het veel te laat terugkeren van
zijn verlof heeft klager nagelaten de inrichting tijdig te informeren over de reden van zijn afwezigheid. Hij heeft pas de volgende dag contact opgenomen met het b.s.d.. Vanwege het positief scoren en het niet op tijd terugkeren van verlof komt klager
niet meer in aanmerking voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis De IJssel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager is te laat teruggekeerd van verlof en heeft tevoren niet tijdig contact opgenomen met het b.s.d.. Voorts is er bij een urinecontrole cocaïne aangetroffen in klagers urine. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat de op de
onder
3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op zijn gedrag, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 augustus 2005

secretaris voorzitter

Naar boven