Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1089/JB, 12 september 2005, beroep
Uitspraakdatum:12-09-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/1089/JB

Betreft: [klager]
datum: 12 september 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. W.G. Fischer, namens

[...], geboren op [1991], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 3 mei 2005 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 augustus 2005, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug te Overberg zijn gehoord klagers raadsman mr. W.G. Fischer en namens de Minister [...], selectiefunctionaris, en [...], medewerker
juridische zaken.

Klager is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaarschrift tegen de beslissing tot plaatsing in de behandelinrichting De Doggershoek te Den Helder ongegrond verklaard.

2. De feiten
De voogdij over klager is opgedragen aan de voogdij-instelling AJL te Alkmaar.
Met toepassing van artikel 305Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak d.d. 20 december 2005 deze voogdij-instelling gemachtigd tot uithuisplaatsing van klager tot 13 maart 2005. De machtiging is bedoeld voor
plaatsing op een normaal beveiligde afdeling van een gesloten behandelinrichting. Op 13 maart 2005 is de machtiging verlengd voor de duur van drie maanden.

Op 4 februari 2005 is klager geplaatst in de gesloten normaal beveiligde behandelinrichting De Doggershoek.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is ten onrechte geplaatst in een gesloten inrichting. Omdat zijn voogd bij een andere voogdij-inrichting is gaan werken, is klager overgedragen aan de AJL te Alkmaar, terwijl klager uit de regio Amsterdam/Hoofddorp afkomstig is. Ze kennen klager
niet. Op basis van de stukken is ten onrechte geconcludeerd dat er bij klager sprake zou zijn van een persoonlijkheidsstoornis en sprake zou zijn van vluchtgevaar. Er is echter sprake van gedragsproblemen en klager ontvlucht een bepaalde situatie. Als
hij in een pleeggezin wordt geplaatst, kan in verband met zijn bindingsproblematiek verwacht worden dat hij ‘eruit klapt’. Als er lelijke dingen over zijn moeder worden gezegd dan ‘klapt hij er ook uit’. Hij houdt zich aan alle afspraken. Zijn moeder
is
verslaafd en zwerft. Als ze vastzit, kan ze bezocht worden. De voogdij-instelling vond het goed dat klager zijn moeder bezocht zonder enige begeleiding. Na het bezoek aan moeder is klager ‘eruit geklapt’. De raadsman heeft aan De Doggershoek gevraagd
om
een verlofplan voor klager op te stellen en om professionele begeleiding. Klager is nimmer gevlucht en alleen onder druk ‘eruit geklapt’. Klager zou inmiddels geplaatst moeten zijn in een open setting. Ook de groepsleiders van De Doggershoek vragen
zich
af wat klager daar doet. Het is geen jongen met grote ernstige gedragsproblemen. Hij vindt het heel saai in De Doggershoek. De raadsman treft klager vaak depressief aan vooral als hij zijn moeder gaat bezoeken. De gesloten plaatsing is niet goed voor
hem.
In het weekend mag klager mee met een leeftijdsgenoot en hij kan naar zijn pleegbroer. In De Doggershoek kunnen ze klager niet bieden wat hij nodig heeft: een zeer gestructureerde afdeling, waar hij verantwoordelijkheid krijgt op aanvraag. In september
2005 wordt door de kinderrechter beoordeeld of de machtiging tot plaatsing in een gesloten behandelinrichting verlengd moet worden. De huidige machtiging is geldig tot 13 september 2005. De raadsman heeft bezwaar ingesteld tegen de indicatie, maar is
niet in beroep gegaan omdat het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard. De indicatie is derhalve niet juridisch getoetst. Plaatsing in een inrichting, die zowel een besloten als een gesloten setting heeft, is geïndiceerd. In De Doggershoek is nog
steeds
geen behandelplan opgemaakt.

De medewerker juridische zaken deelt mede dat het behandelplan gereed is en dateert van 23 juni 2005.

De raadsman verklaart dat hij in een schrijven van 11 augustus 2005 wederom gevraagd heeft om het behandelplan en dat hem is medegedeeld dat dit nog niet gereed is.

Namens de Minister is de beslissing tot afwijzing van het verzoek als volgt
toegelicht.
Klager is op grond van de machtiging van de kinderrechter geplaatst in een gesloten behandelinrichting in de regio van de betreffende voogdij-instelling.
Het AJL te Alkmaar heeft op grond van multidisciplinaire rapportage om een gesloten behandeling gevraagd. Er is sprake van vluchtgedrag. Plaatsing in De Doggershoek betreft een regioplaatsing conform het geïndiceerde zorgaanbod door het AJL.

4. De beoordeling
Klager verblijft in de gesloten normaal beveiligde behandelinrichting De Doggershoek op grond van een machtiging van de kinderrechter tot uithuisplaatsing die geldig is tot 13 september 2005.
De normaal beveiligde opvanginrichtingen zijn, krachtens artikel 9, tweede lid onder d, van de Bjj in verbinding met artikel 10, eerste lid, van de Regeling plaatsing en overplaatsing jeugdigen bestemd tot - onder meer - opvang van minderjarigen met
een civielrechtelijke status.
Gelet op bij de stukken gevoegde multidisciplinaire rapportages, de overige stukken en het behandelde ter zitting, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle
in
aanmerking komende belangen, ook niet onredelijk of onbillijk kan worden genoemd.
Indien klager specifieke voorkeur heeft voor plaatsing in een andere inrichting kan hij conform het bepaalde in artikel 19 Bjj een verzoek daartoe indienen bij de selectiefunctionaris.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.A. Flinterman, voorzitter, dr. M. Smit en prof. mr. P. Vlaardingerbroek, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 september 2005

secretaris voorzitter

Naar boven