Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1873/GV, 15 september 2005, beroep
Uitspraakdatum:15-09-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1873/GV

betreft: [klager] datum: 15 september 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 augustus 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft zich neergelegd bij zijn vonnis. Hij is niet van plan zich aan de detentie te onttrekken. Het enkele feit dat hij in beroep is gegaan bij de Raad vanwege de ongegrondverklaring van zijn bezwaar tegen de beslissing hem te plaatsen in de
gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught kan toch geen reden zijn klagers verlofaanvraag af te wijzen. Uit de stukken blijkt hoe zijn gedrag in de inrichting is. Zijn detentie verloop is goed. Na een goed verlopen verlof zou klager graag naar een inrichting
met een beperkt beveiligingsniveau worden overgeplaatst.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geselecteerd voor een inrichting met een normaal beveiligingsniveau, omdat bezwaar bestond tegen het verlenen van vrijheden. Tegen deze beslissing liep ten tijde van de onderhavige beslissing nog een beroep bij de Raad. Om redenen, zoals
genoemd in de selectie, bestaat geen vertrouwen in het toekennen en nakomen van afspraken ten aanzien van algemeen verlof.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Nieuw Vosseveld heeft onder meer gelet op klagers gedrag binnen de inrichting, positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De politie Brabant-Noord heeft aangegeven dat geen bezwaar bestaat tegen het verlenen van verlof.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek, wegens onder meer diefstal. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van 21 dagen te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 23 juni 2006. Aansluitend
dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 8 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vijf verlofaanvragen indienen.

Zoals ook is overwogen in de uitspraak met kenmerk 05/1323/GB van 9 september 2005, betreffende onder meer klagers verzoek om overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting spreekt in klagers voordeel dat zijn gedrag in de inrichting geen
aanleiding geeft tot enigerlei negatief oordeel omtrent zijn persoon. De omstandigheden dat klager inmiddels al een behoorlijk strafblad heeft opgebouwd en dat hij zich in 2004 aan zijn detentie heeft onttrokken, vormen evenwel contra-indicaties voor
het verlenen van algemeen verlof en deze rechtvaardigen, ondanks de positieve adviezen, thans nog een afwijzing van klagers verlofaanvraag. Derhalve is de beslissing van de Minister niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a en b van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI), evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.G. Bosch, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 15 september 2005

secretaris voorzitter

Naar boven