nummer: 05/771/GM
betreft: [klager] datum: 22 juli 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het HvB/ISD De Grittenborgh te Hoogeveen,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 23 maart 2005 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juni 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord. De raadsvrouw van klager, mr. J. Serrarens, heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zittingte verschijnen. De inrichtingsarts verbonden aan het HvB/ISD De Grittenborgh heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 9 juli 2004, betreft het niet ontvangen van de door klagers hartspecialist voorgeschreven medische verzorging en medicijnen.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Geheel tegen de mening in van zijn hartspecialist wordt klager een passende medische behandeling geweigerd. De aangeboden medicijnen zijn niet dezelfde als die door zijn hartspecialistuit Duitsland zijn voorgeschreven en hebben een duidelijk merkbare andere uitwerking. Men weigert hem tevens naar Duitsland te vervoeren voor een behandeling. Klager houdt de Staat der Nederlanden verantwoordelijk voor zijn slechtemedische toestand en de gevolgen daarvan. Gedurende zijn verblijf in de Grittenborg is zijn medische toestand erg achteruit gegaan. Zijn bloeddruk is hoog. De inrichtingsarts heeft een kopie van de brief van 26 mei 2004 aan deinrichtingsarts van de p.i. De Geniepoort overgelegd. Klager verbleef toen nog in De Grittenborgh. De bij de stukken gevoegde en handgeschreven medische staat is door klager opgesteld. Klager lijdt aan artherosclerose. Zijn ziekteis niet met reguliere medicijnen op te vangen. Muggengif vermindert de klachten echter wel. Vier keer per jaar is een bloeddruk boven de 200 gemeten. De uitslag van een recentelijk gemeten bloeddruk is een bovendruk van 130-170 eneen onderdruk van 90-110. De cholesterol-waarde was goed.
De inrichtingsarts heeft volstaan met de toezending van stukken uit het medisch dossier.
3. De beoordeling
Klager formuleert zijn klacht aldus dat de door de inrichtingsarts verleende medische zorg niet toereikend is voor de toestand waarin klager verkeert. Klager verwijst ter onderbouwing van zijn klacht naar zijn hartspecialist uitDuitsland en de door haar voorgeschreven medicijnen. Desgevraagd zijn door klager geen duidelijke aanwijzingen gegeven omtrent wat hij precies mankeert. Van de door klager genoemde specialist heeft de inrichtingsarts geen gegevensontvangen. Blijkens het medische dossier is de medische toestand van klager in de inrichting niet achteruit gegaan. Wat betreft de hoge bloeddruk van klager blijkt uit de stukken dat hij hiervoor onder de aandacht van de medischedienst zal blijven.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zalderhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en prof.dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 22 juli 2005.
secretaris voorzitter