Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1099/GA, 28 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:28-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 05/1099/GA

betreft: [klager] datum: 28 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 april 2005 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond, locatie de IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 juli 2005, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord.
De directeur van voornoemde locatie heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van een sporttas en een schoudertas met verscheidene documenten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In mijn fouillering stond een sporttas met kleding. De kleding uit de tas heb ik gekregen, maar de tas blijkt weg te zijn.
Toen ik van het politiebureau kwam, kreeg ik een schoudertas mee, welke de politie bij mij thuis had opgehaald. Hierin zaten een portemonnaie met identiteitskaart, een portefeuille met autopapieren en een agenda met diversedocumenten, zoals huurcontracten van mijn bedrijfspanden. Toen ik de tas bij de visitatie afgaf heb ik geen afgiftebewijs gekregen. Eerst toen ik mijn rijbewijs opvroeg omdat ik dat wilde laten verlengen, bleek dat de tas metgenoemde spullen niet meer aanwezig was.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Onderzoek in de locatie De IJssel heeft niets opgeleverd. Bij het bad, waar de invoer van goederen wordt geadministreerd, is geen invoer van papieren als rijbewijs e.d. geweest.
Ook navraag bij de afdeling bevolking leert dat daar nooit enig stuk in de preciosakluis aanwezig is geweest op naam van klager. Ook de sporttas is nooit geadministreerd als zijnde invoer ten behoeve van klager. De inhoud van de tasis wel gewoon ingevoerd. Conform de afspraak bij de beklagcommissie is aan klager bij zijn vertrek uit de locatie De IJssel een andere tas meegegeven, waarmee klager zeer content bleek te zijn.

3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie ten aanzien van de vermissing van de sporttas op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal dienaangaande derhalve ongegrond wordenverklaard.
Ten aanzien van de vermissing van de schoudertas met bescheiden is de beroepscommissie van oordeel dat, op basis van de inhoud van de door de politie Haaglanden opgemaakte fax van 10 februari 2005, vast staat dat klager niet in hetbezit was van meergenoemde tas toen hij op het politiebureau arriveerde, maar dat hij deze wel kreeg nadat de tas uit zijn woning was opgehaald en klager onder begeleiding naar de locatie De IJssel werd overgebracht. Wat er daarnamee is gebeurd is onduidelijk. De beroepscommissie acht, gelet op vorenstaande, de verklaring van klager dat hij de tas heeft afgegeven, vervolgens in een wachtcel werd geplaatst en uiteindelijk zonder bewijs van afgifte naar zijncel is gebracht -waar deze verklaring niet is tegengesproken- niet onaannemelijk. Dat klager niet meteen om een afgiftebewijs heeft gevraagd, is gegeven de omstandigheden niet onbegrijpelijk.
Al het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien, rechtvaardigt de conclusie dat aangenomen mag worden dat klager de tas bij binnenkomst in de locatie De IJssel heeft afgegeven. De verantwoordelijkheid is daarmee bij dedirecteur van de locatie De IJssel komen te liggen. Dit maakt dat het beklag wat dit onderdeel betreft alsnog gegrond moet worden verklaard. Aan klager zal voor het door hem ondervonden ongemak na te noemen tegemoetkoming wordentoegekend

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de vermissing van de sporttas ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de schoudertas met verscheidene documenten gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 28 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven