Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1137/GM, 22 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:22-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1137/GM

betreft: [klager] datum: 22 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 2 mei 2005 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Klager, diens raadsman mr. J.H.S. Vogel en de inrichtingsarts zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 16 juni 2005, gehouden in de penitenitiaire inrichtingen Amsterdam, te worden gehoord. Klager en deinrichtingsarts hebben kort voor de zitting schriftelijk laten weten verhinderd te zijn. De raadsman is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 13 april 2005, betreft het niet (langer) verstrekken van Vioxx of een goed vervangend geneesmiddel.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. De inrichtingsarts wil hem geen Vioxx verstrekken. Klager heeft last van zijn sinussen en heeft alleen baat bij Vioxx. De vervangende medicijnen tegen de pijn helpen niet. De medischedienst wil klagers KNO-arts niet consulteren.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt als volgt toegelicht. Ondanks afgewezen eerdere verzoeken persisteert klager in zijn verzoek om een specialist te consulteren. Er is geen noodzaak voor een consult van een neuroloog of eenKNO-arts omdat er geen uitvalverschijnselen zijn. De oplossing zou meer gelegen zijn in introspectie bij klager. Klager wordt serieus genomen en krijgt frequent aandacht van de medische dienst.

3. De beoordeling
De beroepscommissie verstaat de klacht van klager als te zijn gericht tegen het feit dat hem geen Vioxx of een ander goed vervangend geneesmiddel wordt voorgeschreven.
De beroepscommissie is ambtshalve bekend dat het geneesmiddel Vioxx sinds 30 september 2004 door de farmaceutische industrie vanwege relatieve risico’s op cardiovasculaire gebeurtenissen bij langdurig gebruik, uit de handel isgenomen. Dit betekent dat de inrichtingsarts voor medicatie moet terugvallen op vervangende medicijnen. Aan klager zijn vervangende medicijnen verstrekt. Voorzover deze medicijnen niet hetzelfde effect sorteren als Vioxx, valt datde inrichtingsarts niet te verwijten. De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en prof.dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 22 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven