Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1008/TA en 05/1009/TA, 20 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1008/TA en 05/1009/TA

betreft: [klager] datum: 20 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen twee uitspraken van 12 april 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. N.A. Heidanus om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a) het feit dat klager zijn computer niet in zijn verblijfsruimte mag hebben, en de omstandigheid dat hij bij een controle € 300,= zou moeten betalen (05/1008/TA), en
b) het feit dat klager niet in zijn verblijfsruimte mag beschikken over zijn stereoset, MP3-speler, nagelschaar, scheerapparaat en vogel (05/1009/TA).

De beklagrechter heeft klager in beide uitspraken niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij heeft van meet af aan geklaagd, maar moest dat eerst bij het personeel doen, vervolgens bij het afdelingshoofd en uiteindelijk bij het hoofd van de inrichting. Dat heeft enkele weken geduurd. Voorzover de afdelingsregels hem op23 februari 2005 zijn uitgereikt (quod non), is hij verschoonbaar te laat met zijn klachten, omdat hem nooit is meegedeeld dat hij tegen die afdelingsregels zou kunnen klagen.
Verder vindt hij dat hij zich in aanwezigheid van de beklagrechter en de directie had moeten kunnen verweren. Wellicht dat men dan tot een oplossing gekomen zou zijn.
De klachten zijn beklagwaardig op grond van artikel 56, eerste lid, onder e in verbinding met artikel 44, derde lid, Bvt.
Er is geen rechtvaardiging voor de bestreden beslissingen. Klager heeft al vele jaren de betreffende goederen op zijn cel gehad en al jaren altijd goed voor zijn vogel gezorgd. Dat klager zijn vogel niet mag invoeren is onjuist,inconsequent en getuigt van ongelijke behandeling. Op de andere instroomafdeling mogen wel vogels ingevoerd worden. Bovendien mocht niet lang geleden een andere patiënt wel een vogel op zijn cel houden. Klager heeft al vele jaren inde tbs gezeten en is recentelijk vanwege een vastgelopen behandeling vanuit Flevo Future, locatie Amsterdam overgeplaatst. Het is daarom onrechtvaardig dat hij nodeloos wordt beperkt en zonder deugdelijke grond als nieuwe enbeginnende patiënt wordt behandeld. Klager heeft in Flevo Future laten zien verantwoord met de betreffende goederen en zijn vogel om te gaan en heeft daarmee nimmer gevaar veroorzaakt en/of de orde en veiligheid verstoord.
Het beleid van de inrichting is voorts willekeurig, nu een andere cliënt van dezelfde raadsman, die net als klager op de Dollard I verblijft, wel een vogel op zijn cel mag invoeren.
Klager verzoekt de beroepscommissie de invoer van de goederen en vogel te gelasten en klager een tegemoetkoming toe te kennen.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep alleen ten aanzien van de invoer van een vogel als volgt toegelicht.
Medio juni 2005 is de afdelingsregel betreffende de invoer van huisdieren aangepast naar aanleiding van verscheidene verzoeken om invoer van een huisdier op de instroomafdeling Dollard I. Deze regel luidt: “Op de afdeling Instroomis het mogelijk om na verloop van tijd, met toestemming va de sociotherapie, een huisdier te houden. Hiertoe kunt u een gemotiveerd voorstel doen voor uw MDB”. Als klager een gemotveerd voorstel van een vogel indient, zal wordenbekeken of het verantwoord is dat toe te staan.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie op geen der beklagonderdelen tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter omtrent de(on)tijdigheid van het beklag.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat blijkens de algemeen, specifiek voor de instroomafdeling Dollard I ten tijde van het beklag geldende afdelingsregels huisdieren op de afdeling niet zijn toegestaan en dat het niet istoegestaan om een computer, een dvdspeler/-recorder, een videorecorder of een cd-recorder in de verblijfsruimte te hebben. Daarmee is dan sprake van een verbod als bedoeld in artikel 44, tweede lid, Bvt en niet van een situatie alsbedoeld in artikel 44, derde lid, Bvt, waarin het hoofd van de inrichting bevoegd is te bepalen dat goederen die niet volgens artikel 44, tweede lid, Bvt reeds zijn verboden, niet worden toegestaan. Klager heeft noch in zijnklaagschrift noch in zijn beroepschrift weersproken dat hem bij binnenkomst op de afdeling Dollard I de afdelingsregels zijn uitgereikt. Aan de later door zijn raadsman naar voren gebrachte verklaring, waaruit kan worden opgemaaktdat die regels hem niet zouden zijn uitgereikt, kan geen doorslaggevende betekenis toekomen, mede in het licht van klagers verklaring dat hij van meet af aan heeft geklaagd.
Overigens kan klager op grond van de medio juni 2005 gewijzigde afdelingsregels inmiddels een gemotiveerd verzoek tot invoer van zijn vogel indienen, tegen de afwijzing waarvan beklag openstaat.

Blijkens de namens het hoofd van de inrichting in de beklagprocedure naar voren gebrachte verklaringen mogen patiënten van de afdeling niet een nagelschaar en een scheerapparaat onder zich houden, omdat deze goederen ook als wapenkunnen worden gebruikt. Om dat gevaar te beperken worden deze goederen bij binnenkomst op de afdeling bewaard in een kast op het personeelskantoor. Een patiënt mag zijn nagelschaar of scheerapparaat gebruiken, maar moet hetpersoneel daarom vragen en moet deze goederen na gebruik weer inleveren bij het personeel.
Ten aanzien van een scheerapparaat en nagelschaar is niet een specifiek verbod opgenomen in de afdelingsregels van de Dollard I noch in de huisregels van de inrichting. Daarmee is op zich sprake van een beklagwaardige situatie alsbedoeld in artikel 44, derde lid, Bvt.

Ten overvloede wordt voorts overwogen dat het niet aan de beklagrechter en de beroepscommissie is om te treden in de algemeen voor een afdeling geldende regels, zolang die regels niet in strijd zijn met hogere regelgeving. Het is deberoepscommissie niet gebleken dat van dergelijke strijdigheid sprake is.
De beklagrechter en de beroepscommissie zijn evenmin bevoegd te treden in het interne plaatsingsbeleid van de inrichting zolang niet sprake is van plaatsing op een afdeling van intensieve zorg als bedoeld in artikel 32 Bvt of vanopgelegde beperkingen in de bewegingsvrijheid als bedoeld in de artikelen 33 en 34 Bvt.
Het beroep zou derhalve in zoverre ongegrond zijn.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 20 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven