Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0841/JB, 30 juni 2005, beroep
Uitspraakdatum:30-06-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/841/JB

Betreft: [klager] datum: 30 juni 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.F.Nelisse, namens

[...], geboren op 10 september 1988, verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 15 april 2005 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 juni 2005, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman voornoemd, en de selectiefunctionaris.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaar gericht tegen de voorgenomen plaatsing in de behandelinrichting Groot Emaus te Ermelo ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 31 december 2001 gedetineerd. Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak d.d. 3 juni 2003 is aan klager de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (p.i.j.-maatregel) opgelegd. Detenuitvoerlegging van deze maatregel is begonnen op 3 juni 2003.

Klager verbleef in de behandelinrichting Groot Emaus te Ermelo.
Vanwege een incident is klager weggeplaatst en ter herselectie aangeboden.
Bij beslissing van 1 maart 2005 is klager geselecteerd voor de behandelinrichting Groot Emaus. In afwachting van plaatsing is zijn plaatsing in de j.j.i. De Doggershoek met drie maanden verlengd.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De behandelinrichting Groot Emaus heeft de behandeling van klager gestopt en klager elders laten plaatsen. Daaruit volgt dat Groot Emaus klager niet kon of wilde behandelen. Het is onlogisch en onbegrijpelijk klager wederom voorGroot Emaus te selecteren. In de beslissing op bezwaar wordt in strijd met de herselectiebeslissing gesteld dat klager is aangemeld voor Rentray. Niet valt in te zien waarom klagers behandeling, nu hij immers is geplaatst in DeDoggershoek, welke plaatsing met drie maanden is verlengd, aldaar niet kan worden voortgezet.

De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij het opnieuw bestuderen van het dossier naar aanleiding van het ingestelde beroep is gebleken dat in de bestreden beschikking helaas een storende vergissing is geslopen. Vanwege een verkeerde koppeling in het systeem in detekst-data integratie is een koppeling gemaakt met oude, niet meer juist zijnde gegevens. De beslissing had moeten vermelden dat klager geplaatst zou gaan worden in Rentray en, voor de duur van de wachttijd voor plaatsing aldaar,als passant in de Doggershoek geplaatst zou blijven.
In de praktijk is de onjuiste beslissing wel uitgevoerd zoals was beoogd, maar verkeerd opgeschreven. Overigens was plaatsing als passant niet nodig geweest als klager zijn verblijf in Groot Emaus niet zelf onmogelijk had gemaakt.

4. De beoordeling
Vast is komen te staan dat de selectiefunctionaris in de herselectiebeslissing alsmede in de beslissing op het bezwaar abusievelijk heeft opgenomen dat klager geherselecteerd was voor de behandelinrichting Groot Emaus. Dit zouimmers ook een onbegrijpelijke beslissing zijn in aanmerking genomen dat klager nu juist vanuit Emaus was weggeplaatst, omdat daar geen behandelmogelijkheden meer voor klager waren. Bedoeld was daarentegen, blijkens de verklaringenvan de selectiefunctionaris, klager te herselecteren voor de j.j.i. Rentray.
Het beroep is in zoverre gegrond.

Nu klager door deze foutieve vermelding niet in zijn belangen is geschaad en er inmiddels een juiste beslissing is genomen, zijn er geen termen voor toekenning van een tegemoetkoming.

De beroepscommissie neemt verder het volgende in aanmerking.
Klager ondergaat met ingang van 3 juni 2003 een p.i.j.-maatregel. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd. Klager is licht verstandelijk gehandicapt. Hij behoeft om deze reden een bijzondere behandeling. De Minister heeft debehandelinrichtingen Den Engh te Den Dolder, Rentray te Rekken en Groot Emaus te Ermelo bestemd voor de onderbrenging van jeugdigen die op grond van hun geestelijke ontwikkeling een bijzondere behandeling nodig hebben, zoals bedoeldin artikel 15 Bjj. De selectiefunctionaris heeft beslist klager, nu behandeling door aan klager te wijten gedragingen in Groot Emaus niet tot de mogelijkheden behoorde, te plaatsen in de normaal beveiligde inrichting Rentray teRekken met voornoemde bestemming. Een plaatsing in de behandelafdeling van De Doggershoek, waar klager tijdelijk met plezier op de opvangafdeling verblijft, behoort niet tot de mogelijkheden, nu deze inrichting niet de voor klagernoodzakelijke bestemming heeft.
Gelet op het voorgaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris voor het overige niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, ook nietonredelijk of onbillijk kan worden genoemd.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor zover gesproken wordt over herselectie naar Groot Emaus.

Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.A.C. Bartels, voorzitter, mr. D.A.N. Bartels en drs. B. van Dekken, leden, bijgestaan door mr. I. Lispet, secretaris, op 30 juni 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven