Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0874/GA, 13 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:13-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/874/GA

betreft: [klager] datum: 13 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 april 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring (h.v.b.) Zwaag te Hoorn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 juni 2005 gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsvrouwe mr. E.A.M. Hertoghs en [...], unit-directeur bij het h.v.b. Zwaag.

De raadsvrouwe heeft verklaard dat klager om gezondheidsredenen niet ter zitting is verschenen. De raadsvrouwe vraagt om aanhouding van de behandeling van de zaak of om haar in de gelegenheid te stellen om namens klager het woord tevoeren.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering namens de directeur om hoger beroep in te stellen voor wat betreft zestien parketnummers.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft een spreekbriefje ingevuld gericht aan de bevolkingsadministratie met daarop het verzoek om hoger beroep in stellen tegen de zaken waarvan hij de parketnummers heeft vermeld op de achterkant van het spreekbriefje. Debevolkingsadministratie heeft daarop gereageerd dat klager maar zijn advocaat daarvoor moest inschakelen. Klagers raadsvrouw heeft vervolgens op verzoek van klager beroep ingesteld. Dit heeft haar een uur en drie kwartier gekost enhet was een hoop werk. Van een groot aantal zaken bleek de beroepstermijn inmiddels verstreken. De bevolkingsadministratie van de inrichting is in deze de verlengde arm van justitie en had behoren te weten dat alle parketnummersAmsterdamse parketnummers waren. Ik heb uiteindelijk beroep ingesteld bij de griffie van de rechtbank Amsterdam. Ik kon volstaan met opgave van de parketnummers.
De wetgever heeft in artikel 451a Wetboek van Strafvordering (hierna Sv) uitdrukkelijk voor gedetineerden de mogelijkheid in het leven geroepen om in de penitentiaire inrichting rechtsmiddelen tegen strafvonnissen in te stellen.Door niet onmiddellijk beroep aan te tekenen, doch in plaats daarvan een correspondentie te voeren met klager, die enkele dagen in beslag heeft genomen, heeft de bevolkingsadministratie het risico genomen dat de beroepstermijnoverschreden zou worden, hetgeen ook daadwerkelijk is gebeurd. De beklagrechter betrekt ten onrechte bij zijn beoordeling de omstandigheid dat klager twee werkdagen heeft laten verstrijken tussen 21 februari en 24 februari 2005 voorhet instellen van het beroep. Waar het om gaat is dat klager binnen de termijn van veertien dagen aan de bevolkingsadministratie heeft verzocht beroep aan te tekenen. De bevolkingsadministratie dient er rekening mee te houden dathet appèlverzoek pas aan het eind van de termijn wordt gedaan. Bij twijfel daaromtrent dient de bevolkingsadministratie actief (mondeling) te informeren en mag zij nimmer het risico nemen de termijn te laten lopen.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Om beroep te kunnen aantekenen is nodig om op het spreekbriefje het parketnummer te vermelden en of het een vonnis is van de kantonrechter of van de rechtbank. Het is mogelijk om met enkel het parketnummer beroep in te stellen, maarde bevolkingsadministratie is daar dan wel een half uur per zaak mee bezig. Voor één parketnummer willen ze die service nog wel verlenen. De bevolkingsadministratie mag van de gedetineerde hulp verwachten. Klager is door debevolkingsadministratie gevraagd om nadere gegevens te verstrekken, te weten de datum van de uitspraak en of het een vonnis was van de kantonrechter of van de rechtbank. Hij heeft daarop niet gereageerd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich mede in het licht van de nader genomen beslissing op het beklag voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en acht het niet noodzakelijk om de behandeling van de zaak aan te houden om klager tehoren.

Uit artikel 451a, eerste lid, Sv volgt dat een gedetineerde door middel van een schriftelijke verklaring, die hij doet toekomen aan het hoofd van de inrichting, rechtsmiddelen kan instellen.
Artikel 451a, tweede lid, Sv bepaalt dat het hoofd van de inrichting deze verklaring onverwijld inschrijft in een daarvoor bestemd register en deze vervolgens toezendt aan de griffie van het gerecht. Als dag waarop het rechtsmiddelis aangewend, geldt de dag van inschrijving van de verklaring in het register van de inrichting.

Artikel 451a Sv is ingesteld om gedetineerden, die voortvloeiend uit hun detentie beperkingen ondervinden voor wat betreft bewegingsvrijheid en de mogelijkheden om contacten te onderhouden, een extra mogelijkheid te bieden omrechtsmiddelen in te stellen, waarbij voorop staat dat de formaliteiten een niet te hoge drempel mogen vormen.

Klager heeft op de binnen de inrichting gebruikelijke wijze middels een zogenaamd spreekbriefje aan de bevolkingsadministratie verzocht om beroep in te stellen met betrekking tot zestien zaken. De parketnummers zijn door hem vermeldop het spreekbriefje. De beroepscommissie is van oordeel dat, nu artikel 451a Sv voorschrijft dat het hoofd van de inrichting onverwijld inschrijft in het register, het in strijd met de wet is dat dit niet is geschied en dat, indiende bevolkingsadministratie nadere vragen omtrent deze veroordelingen aan klager wenste te stellen zij dit terstond en niet schriftelijk na enkele dagen met het risico dat de beroepstermijn werd overschreden, had dienen te doen.Daarbij komt dat de bevolkingsadministratie de mogelijkheid had om aan de hand van het parketnummer alle van belang zijnde informatie in te winnen. Gelet op het bovenstaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechtervernietigen, het beklag alsnog gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming van € 25,= toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven