Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0740/GA, 13 juli 2005, beroep
Uitspraakdatum:13-07-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/740/GA

betreft: [klager] datum: 13 juli 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 maart 2005 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 juni 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam is gehoord klager.

Klagers raadsvrouw heeft schriftelijk en de directeur van de locatie Zoetermeer heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen met ingang van 19 oktober 2004, welke ordemaatregel extern ten uitvoer werd gelegd op de Landelijke afzonderingsafdeling(LAA) De Schie te Rotterdam en
b. de verlenging van de onder a. vermelde ordemaatregel voor de duur van veertien dagen met ingang van 2 november 2004.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is in het politiebureau mishandeld en kreeg daar geen water. De enige manier om aan water te komen, was door te drukken op de spoelknop van de wc en dat vonden ze niet normaal. Abnormaal is dat je geen eten en drinken krijgt.Klagers kin was helemaal open, zijn oog zat dicht en hij had problemen met zijn nek. Op 19 oktober 2004 was klager naar de rechtbank vervoerd in verband met de verlenging van zijn voorlopige hechtenis. Daarna zat klager inZoetermeer te wachten om naar een gewone verblijfscel gebracht te worden. Vier bewaarders kwamen toen naar beneden en hebben klager de handboeien om gedaan en naar de afzonderingscel gebracht. Hij is niet tevoren gehoord. Klager isnog steeds boos. Ze hebben hem onmenselijk behandeld. Excuses kunnen ze niet meer aanbieden. De psychiater heeft klager bezocht in de afzonderingscel. In totaal is klager driemaal veertien dagen afgezonderd. Ook terzake van deverlenging van de ordemaatregel op 2 november 2004 is klager niet gehoord. Dit was geen goed begin van klagers detentie. Inmiddels is hij 24 maanden gedetineerd en er is geen enkele maal rapport tegen hem opgemaakt. Als klager inZoetermeer gedetineerd had kunnen blijven, hadden zijn kinderen hem veel gemakkelijker kunnen bezoeken. Zij hadden dan de bus kunnen nemen om klager te bezoeken.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Met de beklagcommissie gaat de beroepscommissie er vanuit dat bedoeld is om klager een ordemaatregel van veertien dagen afzondering in een afzonderingcel op te leggen met externe tenuitvoerlegging op de LAA.

Uit artikel 57, eerste lid, aanhef en onder c., Pbw volgt dat de directeur de gedetineerde in de gelegenheid stelt te worden gehoord alvorens hij beslist omtrent de plaatsing in afzondering en de verlenging daarvan als bedoeld inartikel 23, eerste lid, onder a. of b., onderscheidenlijk artikel 24, derde lid, Pbw.
Door klager is gesteld dat hij met betrekking tot de oplegging van de ordemaatregel en de verlenging daarvan niet tevoren is gehoord. De betreffende beslissingen vermelden niet dat klager tevoren is gehoord en ook door de directeurwordt niet gesteld dat klager is gehoord.
Nu uit het onderliggende verslag blijkt dat klager verward en explosief was, verbaal agressief reageerde en in het gesprek met de directeur niet voor rede vatbaar was, is de beroepscommissie van oordeel dat de gemoedstoestand vanklager in de weg stond aan het horen. Daarbij komt dat klager binnen korte tijd door de inrichtingspsycholoog is bezocht.

Voor wat betreft onderdeel a. zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.

Voor wat betreft onderdeel b. overweegt de beroepscommissie dat terzake van de schending van de hoorplicht geen feiten en omstandigheden zijn aangevoerd en/of aannemelijk zijn geworden, die het horen van klager in de weg stonden.Derhalve zal zij het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming van € 45,= toekennen.

4. De uitspraak
Met betrekking tot onderdeel a.
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
Met betrekking tot onderdeel b.
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 45,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 juli 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven