nummer: 05/1357/STA
betreft: [klager] datum: 29 juni 2005
De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in het Forensich Psychiatrisch Centrum Veldzicht, verder de inrichting te noemen.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting van 15 juni 2005,inhoudende de intrekking van het transmurale verlof en de overplaatsing van de Loena naar afdeling West 3 van de inrichting.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 22 juni 2005 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde inrichting van 24 juni 2005, de telefonische inlichtingen namens het hoofd van deinrichting op 27 juni 2005 en de nadere schriftelijke reactie van het hoofd van de inrichting van 28 juni 2005, die op 29 juni 2005 op het secretariaat van de Raad is ontvangen.
1. De standpunten
Namens verzoeker is, onder verwijzing naar het ingediende klaagschrift, het volgende aangevoerd. Bij beslissing van 15 juni 2005 is verzoeker overgeplaatst naar de beveiligde ring van de inrichting. De bestreden beslissing is dooreen onbevoegde autoriteit, namelijk het dienstdoende afdelingshoofd, genomen. Een zwaarwegende beslissing als terugplaatsing leent zich niet voor mandatering. Aan de beslissing kleeft een motiveringsgebrek, de beslissing is niet metde nodige zorgvuldigheid totstandgekomen en in strijd met het proportionaliteitsbeginsel. Verzoeker bevindt zich ruim anderhalf jaar op de Loena en heeft in die periode buiten de muren van de kliniek geleefd met een aanzienlijkevorm van verantwoordelijkheid. Hij heeft voorts al meerdere jaren begeleid en onbegeleid verlof genoten. Nimmer heeft verzoeker aanleiding gegeven tot de conclusie dat hij vanwege de orde en veiligheid in de maatschappij moet wordenteruggeplaatst. In het gedrag van verzoeker zijn geen aanknopingspunten te zien geweest die ertoe nopen te wachten op verdere bepalingen van het Ministerie van Justitie in verband met de ontvluchting van een medepatiënt van deinrichting. De plaatsing van verzoeker in een separeercel is onjuist en disproportioneel. Verder wordt een ernstige inbreuk gemaakt op verzoekers privacy, nu de twee woonplaatsen van de Loena op last van de inrichting zijn bezetdoor twee andere patiënten.
Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting komt naar voren dat verzoeker is teruggeplaatst in de inrichting naar aanleiding van de desertie van medepatiënt [...]. Gezien de door die desertie ontstane commotie enmaatschappelijke onrust is, na afweging van het belang van de patiënt bij resocialisatie en het belang van beveiliging van de maatschappij, besloten een aantal patiënten vanuit transmuraal verlof terug te plaatsen in de inrichting.Op 16 juni 2005 werd bekend dat alle verloven van patiënten van de inrichting (naar de voorzitter ambtshalve bekend is: op last van de Minister van Justitie) zijn ingetrokken, op grond waarvan ook de resterende patiënten in deinrichting zijn teruggekeerd. Het verlof is geschorst en kan niet worden hervat zonder toestemming van de Minister. Na de intrekking van verzoekers verlof is gebleken dat hij op de Loena verbleef zonder een machtiging van deMinister tot het verlenen van transmuraal verlof, zoals is vereist sinds het begin 2005 gewijzigde machtigingenstelsel. De inrichting heeft in december 2004, februari 2005 en maart 2005 schriftelijk om die machtiging verzocht. Hetministerie van Justitie kon desgevraagd niet verklaren waarom een antwoord op dat verzoek achterwege is gebleven. Wel heeft de Minister negatief beslist op een aanvraag tot overnachting van verzoeker en heeft hij besloten een secondopinion op te vragen. Verzoeker verbleef derhalve op basis van een oude, sinds januari 2005 niet meer geldende resocialisatiemachtiging op de Loena. Hij is echter naar binnen geplaatst vanwege de onrust binnen de inrichting naaraanleiding van de gebeurtenissen rondom een medepatiënt. De inrichting kon het zich niet langer permitteren patiënten buiten hun machtiging om buiten de beveiligde ring van de inrichting te laten verblijven. De beslissing van 15juni 2005 tot terugplaatsing van verzoeker moet tevens worden gezien als een beslissing tot intrekking van het transmurale verlof.
Vanwege plaatsgebrek hebben twee reeds uitgeplaatste patiënten kortdurend op de Loena verbleven.
2. De beoordeling
Blijkens de schriftelijke mededeling van de bestreden beslissing is die beslissing genomen in afwachting van verdere bepalingen (de voorzitter leest dit als: opdrachten) van het ministerie van Justitie. Volgens de inlichtingennamens het hoofd van de inrichting moet die beslissing tevens worden gezien als een beslissing tot intrekking van het transmurale verlof.
Op basis van de thans voorhanden zijnde gegevens is in de onderhavige zaak, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, sprake van een beslissing van of namens het hoofd van de inrichting tot intrekking dan wel opschorting vanverzoekers transmurale verlof en het als gevolg daarvan terugplaatsen van verzoeker binnen de beveiligde ring van de inrichting. De beslissing tot terugplaatsing vanuit een resocialisatieafdeling op een gesloten afdeling van deinrichting, niet zijnde een afdeling voor intensieve zorg, is volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie niet aan te merken als een beklagwaardige beslissing. Evenmin is een dergelijke beslissing voorbehouden aan het hoofdvan de inrichting.
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van een beslissing van het hoofd van de inrichting slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzochten beslist. Het is aan de beklagcommissie om in de bodemprocedure de feiten zorgvuldig vast te stellen en met name uit te zoeken om welke vorm van het verlof het hier gaat en in welke vorm dat verlof is onder- dan wel afgebroken.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing tot intrekking of opschorting van het transmurale verlof zodanig onredelijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van die beslissing van hethoofd van de inrichting.
Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval, nu hem ambtshalve uit een brief van 24 juni 2005 van de Minister aan de Tweede Kamer (nummer 29, kenmerk 29452 Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel) bekend is dat eenheroverweging van de stopgezette verloven van patiënten van de inrichting eind juni 2005 gereed zal zijn.
Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Aldus gedaan door mr. N. Jörg, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 29 juni 2005
secretaris voorzitter