nummer: 05/701/TA
betreft: [klager] datum: 29 juni 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 14 maart 2005 van de beklagcommissie bij het forensisch psychiatrisch instituut De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 12 mei 2005, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.H. Rump, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], jurist. Hiervan is hetaangehechte verslag opgemaakt.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. klager dient zijn verblijf in de buitenlucht door te brengen in de luchtkooi als hij om luchten verzoekt in plaats van om ‘pationeren’;
b. ontneming van een sportmoment en
c. oplegging afdelingsarrest en de verlenging van het afdelingsarrest.
De beklagcommissie heeft het beklag met betrekking tot onderdeel a. en c. ongegrond verklaard en met betrekking tot onderdeel b. klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraakweergegeven.
2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot onderdeel a.:
In de kliniek wil men dat klager het kliniekjargon gebruikt. ‘Pationeren’ is een foute benaming. Er wordt gelucht in de tuin en niet in een patio. Klager heeft met de beklagcommissie afgesproken dat hij voortaan zal zeggen dat hijnaar buiten wil en niet dat hij wil luchten. Het wordt een soort spelletje, een soort toneelopvoering. Als hij het woord luchten gebruikt, dient hij in een luchtkooi te luchten, terwijl dat nu juist weer een soort patio is. Het isniet juist dat klager gedwongen wordt om een foute benaming aan te leren.
Met betrekking tot onderdeel b.:
Op die dag waren er meerdere sportmomenten. Tussen twee sportmomenten door is hem meegedeeld dat hem afdelingsarrest was opgelegd, waardoor klager niet meer kon sporten.
Met betrekking tot onderdeel c.:
Het is een paar keer gebeurd dat klager van het plein afliep en op de vingers is getikt. Een paar dagen eerder was het ook gebeurd. Klager heeft geen verstoppertje gespeeld. Hij zit altijd op deze plaats. Het is juist dat hij nietmeewerkt aan de behandeling. De consequentie daarvan is dan dat hij binnenzit. Dat is prima, maar het is niet juist dat de orde en de veiligheid op het spel staan. Het afdelingsarrest kwam volledig onverwachts. Zijn gedrag was nietanders dan anders.
Er zijn meer dingen in de inrichting die niet kloppen. Klager wil best soepel wezen maar dat moet dan van beide kanten komen. Hij is principieel. Het personeel is nogal wispelturig. Dit is gewoon jennen.
Klager werkt niet mee aan de behandeling, maar hij onttrekt zich niet aan het dagprogramma. Hij is het niet eens met de hem opgelegde tbs. Zijn strafzaak zal aan het Europese hof worden voorgelegd.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De uitspraak van de beklagcommissie wordt juist geacht.
Met betrekking tot onderdeel a.:
Het personeel houdt rekening met klagers gevoeligheid voor het woord ‘pationeren’ en dat woord wordt tegenover hem niet meer gebruikt. Veel meer kan niet verwacht worden. Als hij vraagt om te luchten dan mag hij luchten in deluchtkooi. Dit was niet noodzakelijk in verband met de orde en de veiligheid, maar bedoeld om een patstelling te voorkomen. Afgesproken is dat het verblijf in de buitenlucht ‘pationeren' wordt genoemd om te voorkomen dat er eenbajescultuur ontstaat. De luchtkooi is in beginsel voorbehouden aan hen die gesepareerd zijn of om een andere reden niet met anderen in de buitenlucht kunnen verblijven.
Met betrekking tot onderdeel c.:
Klager is zonder toestemming vanaf het plein zelf teruggegaan naar de afdeling en heeft zich aan het toezicht onttrokken. Omdat hij moeilijk inschatbaar is, vormt dit een gevaar voor de orde en veiligheid. In de kop van debeslissing staat vermeld dat de beslissing is genomen door de algemeen directeur, maar de beslissing wordt genomen door het afdelingshoofd of de dagcoördinator. De hoorplicht is vervuld door een sociotherapeut.
3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a.:
In de inrichting wordt het woord ‘pationeren’, dat overigens niet voorkomt in de Van Dale, gebruikt voor het verblijf in de buitenlucht. Als klager verzoekt om te mogen luchten, een woord dat volgens de inrichting het ontstaan vaneen zogenaamde bajescultuur bevordert, wordt dit aan klager enkel toegestaan in de luchtkooi, omdat dit hetgeen zou zijn waar klager om vraagt. Uit de toelichting namens het hoofd van de inrichting is gebleken dat de luchtkooibestemd is voor tbs-gestelden, die in separatie verblijven of om een andere reden niet samen met medeverpleegden in de buitenlucht kunnen verblijven, en dat in klagers geval de orde en de veiligheid niet noodzaken tot hetrealiseren van het verblijf in de buitenlucht in de luchtkooi.
De beroepscommissie is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat de beslissing van het hoofd van de inrichting niet redelijk en billijk is en zal de uitspraak van de beklagcommissie op dit punt vernietigen en het beklag alsnoggegrond verklaren. De gegrondverklaring van het beklag acht de beroepscommissie voldoende recht doen aan het beklag en zij zal klager geen tegemoetkoming toekennen.
Met betrekking tot onderdeel b.:
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Met betrekking tot onderdeel c.:
Aan klager is bij beslissing van 18 november 2004 afdelingsarrest opgelegd en bij beslissing van 15 december 2004 is het afdelingsarrest verlengd.
Voorgedrukt op de formulieren staat dat de beslissingen zijn genomen door de algemeen directeur. Artikel 7, vijfde lid aanhef en onder c., van de Bvt bepaalt dat aan het hoofd van de inrichting zijn voorbehouden de hoorplicht en demededelingsplicht als bedoeld in artikel 53 Bvt en 54 Bvt, voorzover het hoofd van de inrichting de beslissingen zelf neemt. Nu uit de toelichting ter zitting is gebleken dat het voorgedrukte niet juist is en dat de beslissingendoor het afdelingshoofd zijn genomen en zijn uitgereikt door een sociotherapeut, zal de beroepscommissie het beroep formeel gegrond verklaren, de beslissing van de beklagcommissie op dit punt vernietigen en het beklag alsnog formeelgegrond verklaren. Zij volstaat met de formele gegrondverklaring van het beklag en zal klager geen tegemoetkoming toekennen.
Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie dat uit met name de toelichting namens het hoofd van de inrichting ter zitting - onderliggende verslagen ontbreken - is gebleken dat klager vanaf het plein zelf is teruggegaan naar deafdeling en zich aan het toezicht heeft onttrokken en moeilijk inschatbaar was voor personeel. In verband met de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting is aan klager het afdelingsarrest opgelegd en is ditafdelingsarrest vervolgens verlengd. Dit maakt dat de beroepscommissie het beroep op dit punt ongegrond zal verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie zal bevestigen met aanvulling van de gronden.
4. De uitspraak
Met betrekking tot onderdeel a.:
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager terzake geen tegemoetkoming toe.
Met betrekking tot onderdeel b.:
Verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Met betrekking tot onderdeel c.:
Verklaart het beroep formeel gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog formeel gegrond zonder toekenning van een tegemoetkoming en verklaart voor het overige het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. dr. E.J. Hofstee en prof. dr. F.A.M. Kortmann, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 juni 2005
secretaris voorzitter
nummer: 05/701/TA
betreft : [...], verder klager te noemen.
Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 12 mei 2005, gehouden in de locatie Zwolle.
Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. drs. F.A.M. Bakker
leden: mr. dr. E.J. Hofstee en prof. dr. F.A.M. Kortmann.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.
Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.H. Rump, en namens het hoofd van het forensisch psychiatrisch instituut De Rooyse Wissel te Venray [...], jurist.
Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Met betrekking tot onderdeel a.:
In de kliniek wil men dat klager het kliniekjargon gebruikt. ‘Pationeren’ is een foute benaming. Er wordt gelucht in de tuin en niet in een patio. Klager heeft met de beklagcommissie afgesproken dat hij voortaan zal zeggen dat hijnaar buiten wil en niet dat hij wil luchten. Het wordt een soort spelletje, een soort toneelopvoering. Als hij het woord luchten gebruikt, dient hij in een luchtkooi te luchten, terwijl dat nu juist weer een soort patio is. Het isniet juist dat klager gedwongen wordt om een foute benaming aan te leren.
Met betrekking tot onderdeel b.:
Op die dag waren er meerdere sportmomenten. Tussen twee sportmomenten door is hem meegedeeld dat hem afdelingsarrest was opgelegd, waardoor klager niet meer kon sporten. Met betrekking tot onderdeel c.:
Het is een paar keer gebeurd dat klager van het plein afliep en op de vingers is getikt. Een paar dagen eerder was het ook gebeurd. Klager heeft geen verstoppertje gespeeld. Hij zit altijd op deze plaats. Het is juist dat hij nietmeewerkt aan de behandeling. De consequentie daarvan is dan dat hij binnenzit. Dat is prima, maar het is niet juist dat de orde en de veiligheid op het spel staan. Het afdelingsarrest kwam volledig onverwachts. Zijn gedrag was nietanders dan anders.
Er zijn meer dingen in de inrichting die niet kloppen. Klager wil best soepel wezen maar dat moet dan van beide kanten komen. Hij is principieel. Het personeel is nogal wispelturig. Dit is gewoon jennen.
Klager werkt niet mee aan de behandeling, maar hij onttrekt zich niet aan het dagprogramma. Hij is het niet eens met de hem opgelegde tbs. Zijn strafzaak zal aan het Europese hof worden voorgelegd.
Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Met betrekking tot onderdeel a.:
Het personeel houdt rekening met klagers gevoeligheid voor het woord ‘pationeren’ en dat woord wordt tegenover hem niet meer gebruikt. Veel meer kan niet verwacht worden. Als hij vraagt om te luchten dan mag hij luchten in deluchtkooi. Dit was niet noodzakelijk in verband met de orde en de veiligheid, maar bedoeld om patstelling te voorkomen. Afgesproken is dat het verblijf in de buitenlucht ‘pationeren' wordt genoemd om te voorkomen dat er eenbajescultuur ontstaat. De luchtkooi is in beginsel voorbehouden aan hen die gesepareerd zijn of om een andere reden niet met anderen in de buitenlucht kunnen verblijven.
Met betrekking tot onderdeel c.:
Klager is zonder toestemming vanaf het plein zelf teruggegaan naar de afdeling en heeft zich aan het toezicht onttrokken. Omdat hij moeilijk inschatbaar is, vormt dit een gevaar voor de orde en veiligheid. In de kop van debeslissing staat vermeld dat de beslissing is genomen door de algemeen directeur, maar de beslissing wordt genomen door het afdelingshoofd of de dagcoördinator. De hoorplicht is vervuld door een sociotherapeut.
secretaris voorzitter