Nummer: 05/824/GB
Betreft: [klager] datum: 21 juni 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...] verder te noemen klager,
gericht tegen een op 11 april 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) te Arnhem afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 2 maart 2005 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. De Karelskamp te Almelo.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing als volgt toegelicht. Klagers vrouw kan niet met het openbaar vervoer reizen, is analfabeet en spreekt nauwelijks Nederlands. Als zijn vrouw enkinderen hem willen bezoeken, zijn zij afhankelijk van kennissen. Als zij met anderen klager bezoeken, heeft klager geen privacy meer met zijn vrouw en kinderen. Soms kan niemand haar en de kinderen naar klager toebrengen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Niet onderbouwd is dat het bezoek klager niet zou kunnen bezoeken. Uit de bijgevoegde stukken blijkt dat klager wel bezoek ontvangt. Klager wil niet dat zijn bezoek van anderen afhankelijk is om hem te bezoeken. De reis per openbaarvervoer bedraagt iets meer dan een uur en dat is een acceptabele reistijd. Detentie brengt nu eenmaal ongerief mee voor het bezoek. Vanwege de druk op de celcapaciteit van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Arnhem en de langewachtlijst voor deze inrichtingen, is het verzoek afgewezen.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Klagers verzoek tot overplaatsing naar een h.v.b. te Arnhem is afgewezen in verband met de beperkte celcapaciteit en de lange wachtlijst voor de p.i. Arnhem. De beroepscommissie is van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemdegronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager heeftaangevoerd over de bezoekmogelijkheden is, gelet op de reisafstand Arnhem-Almelo, onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 juni 2005.
secretaris voorzitter