nummer: 05/742/GA
betreft: 58 gedetineerden (zie bijlage) datum: 20 juni 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard,
gericht tegen een uitspraak van 30 maart 2005 van de beklagcommissie bij voormelde gevangenis, gegeven op een klacht van 58 gedetineerden, verder te noemen klagers,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 30 mei 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is gehoord [...], unit-directeur bij de gevangenis Zuyderbos. Namens klagers is de [...] uitgenodigd ter zitting het woord tevoeren. Hoewel voor zijn vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. De raadsvrouw van één van de klagers, mr. J.H. Rump, die eveneens was uitgenodigd ter zitting te verschijnen, heeftschriftelijk laten weten verhinderd te zijn.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de voortijdige beëindiging van het dagprogramma op 11 februari 2005.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de
aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In de uitspraak van de beklagcommissie wordt begrip getoond voor de ontstane situatie, de crematie van een plotseling overledenafdelingsmedewerker. Er wordt echter een te enge vertaling gegeven van de door mij gedane moeite en de door de gedetineerden totaal geleden schade. Niet is meegewogen de normale extra lengte van het weekprogramma van die bewusteweek van 59 uren en 40 minuten, de gemaakte afspraken met de gedeco over compenserende activiteiten en de extra uren die anderhalve week later zijn gegeven bovenop het weekprogramma. In de week van de crematie is er ondanks de tweeuren insluiting op 11 februari 2005, een weekprogramma aangeboden van netto 57 uren en 40 minuten. Met de gedeco is overlegd en overeenstemming bereikt over de insluiting op 11 februari 2005 en compenserende (sport)activiteiten. Erzou compensatie plaatsvinden door te gaan barbecuen en een grote sportactiviteit (sportdag). In week 8 is er mede vanwege een programma-omzetting een weekprogramma aangeboden van netto 60 uren en 20 minuten. De gedetineerden zijn erzeker niet minder van geworden.
Klagers hebben hun standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt het volgende vast. Uit de stukken is gebleken dat op 11 februari 2005 het dagprogramma twee uur eerder om 15.00 uur is beëindigd teneinde medewerkers de gelegenheid te geven aanwezig te zijn bij de crematievan een plotseling overleden medewerker van de inrichting. Het geplande bezoek heeft wel gewoon doorgang kunnen vinden. De gedetineerden zijn per memo van 9 februari 2005 door de directeur hierover geïnformeerd. Over de vroegtijdigeinsluiting op 11 februari 2005 is van tevoren overleg geweest met de gedeco, welk overleg tot overeenstemming heeft geleid. De verloren gegane uren zijn gecompenseerd in de vorm van een sportactiviteit.
Tegen de achtergrond van het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat
de bestreden beslissing van de directeur, hoezeer zij ook begrip heeft voor het feit dat de
klagers zich in hun dagprogramma voelen aangetast, niet als onredelijk en onbillijk moet
worden aangemerkt. Zij neemt hierbij mede in overweging de inspanningen die de
directeur zich heeft getroost om op zorgvuldige wijze en in overleg met de gedeco tot
compensatie van de verloren gegane uren te komen. Het beroep van de directeur zal dan
ook gegrond worden verklaard en de onderliggende beklagen alsnog ongegrond.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart de beklagen alsnog ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en A.J. Dost, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 20 juni 2005.
secretaris voorzitter