nummer: 05/523/GA
betreft: [klager] datum: 1 juni 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mevrouw mr. S.E.M. Cantineau,namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 7 maart 2005 van de beklagcommissie bij de gevangenis Veenhuizen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet aanbieden van een Arabische televisiezender op de kabel.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De directeur stelt dat in overleg met de Gedeco is bepaald welke zenders via de kabel uitzenden, alsmede dat hij bereid is de Gedeco te polsen over de eventuele behoefte aan een Arabische zender. Klager betreurt het dat in dereactie van de directeur op het beroep deze in de beklagfase geuite bereidheid niet terugkomt, terwijl die bereidheid juist een andere wending gaf aan het beklag. Klager heeft verklaard dat bij een handtekeningenactie 20handtekeningen zijn verzameld ter ondersteuning van het verzoek om een dergelijke zender. De kabeltelevisie biedt Spaanse, Franse en Turkse zenders waaraan niet altijd behoefte is. Juist in de huidige tijd acht klager het, gelet opde discussie over samenleving, moslimgroeperingen en islam, van belang een Arabische zender te kunnen ontvangen.
De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. De gronden van het beroep verschillen niet van die van het beklag, zodat wordt volstaan met de verwijzing naar het verweerschrift.
3. De beoordeling
Klager eist het aanbod van een Arabische zender, dan wel restitutie van de huurprijs van de televisie, omdat hij verplicht is te betalen voor (kabel)televisie, waarvan hij niets verstaat.
Aannemelijk geworden is dat de directeur in overleg met de gedetineerdencommissie de volledige bezetting van de beschikbare kanalen zodanig heeft ingevuld dat geen plaats voor een Arabische zender is ingeruimd. Voorts is aannemelijkdat klager heeft beslist tot gebruikmaking van het aanbod om via de inrichting een televisie te huren, zodat het niet aangaat hem de huur te restitueren wegens zijn onvrede over het zenderaanbod.
Dat de directeur zich voor de samenstelling van het zenderaanbod in de inrichting heeft laten leiden door de uitkomst van het overleg met de gedetineerdencommissie is als zorgvuldig aan te merken. Overigens heeft de directeur zichbereid verklaard om desgevraagd opnieuw met de gedetineerdencommissie het zenderaanbod te bespreken en desgewenst te wijzigen. De beslissing geen Arabische televisiezender aan te bieden is niet in strijd met de wet, noch bijafweging van alle in aanmerking komende belangen onredelijk of onbillijk te achten Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 1 juni 2005
secretaris voorzitter