Nummer: 05/6/GB
Betreft: [klager] datum: 30 mei 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 13 december 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouwe, ter zitting van 10 maart 2005 door een beroepscommissie van de Raad gehoord. Van het horen is een verslag opgemaakt dat is gehecht aan deze uitspraak.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zwolle ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 15 juli 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Zuyderbos te Heerhugowaard. Op 8 oktober 2004 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Zwolle.
2.2. Bij uitspraak van 20 mei 2005, met nummer 05/169/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Pbw is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 20 januari 2005 van de alleensprekendebeklagrechter bij de locatie Zuyderbos betreffende diverse klachten van klager omtrent zijn plaatsing in afzondering, ongegrond verklaard.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager ontkent dat door zijn toedoen de orde, rust en veiligheid in de inrichting ernstig in gevaar is gebracht. Het betrof een collectieve protestactie waarbij de gedetineerden als groep weigerden terug te gaan naar hun cellen. Bijde overbrenging naar de cellen is door het LBB (team Landelijke Bijzondere Bijstandsverlening) disproportioneel geweld gebruikt. Een willekeurig aantal gedetineerden is overgeplaatst, terwijl een andere groep gedetineerden terug konnaar de cel. Klager acht zijn overplaatsing derhalve volstrekt willekeurig. Bij de overplaatsing naar de unit Westlinge is eveneens door het LBB geweld gebruikt. Een medische verklaring van de arts die klager kort nadien heeftbezocht, spreekt voor zich. Procedureel gezien is onjuist dat de raadsman niet de mogelijkheid is geboden om de gronden van het bezwaarschrift aan te vullen en dat de beslissing op het bezwaar hem niet is toegezonden.
Voorts is door en namens klager aangevoerd hetgeen in het aan deze uitspraak gehechte verslag van horen is opgenomen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is overgeplaatst, omdat hij betrokken was bij een ernstige verstoring van de orde en de rust in de inrichting. Het ging om een opstand in het h.v.b. Zuyderbos, waarna zeven gedetineerden, onder wie klager, naar een andereinrichting zijn overgeplaatst. De opstand is kennelijk ontstaan vanwege onvrede over het nieuwe beleid in het h.v.b. Zuyderbos. Een groep gedetineerden, onder wie klager, heeft geweigerd de luchtplaats te verlaten ondanks meerderesommaties dat wel te doen. De overplaatsing is het gevolg van het gedrag van klager. De raadsman heeft in het bezwaarschrift aangegeven in de gelegenheid te willen worden gesteld om de gronden van het bezwaar nader aan te vullen.Dit is echter niet gebeurd en het bezwaar is ongegrond verklaard.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status ten tijde van de bestreden beslissing als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Door en namens klager is geklaagd over gebreken in de bezwaarprocedure. Voorzover één en ander is komen vast te staan, kunnen de klachten niet leiden tot een gegrondverklaring van het beroep, nu die gebreken door de behandelingvan het beroep zijn geheeld. Voorzover wordt geklaagd dat de beslissing op het bezwaar niet is toegezonden aan de raadsman, heeft dit geen consequenties, nu het beroep tijdig is ingediend.
De beroepscommissie stelt vast dat klager op 2 oktober 2004 heeft meegedaan aan een stakingsactie van gedetineerden op de luchtplaats en niet vrijwillig daarmee is opgehouden waardoor de directeur van de inrichting genoodzaakt wasde LBB in te schakelen. Klager is in afzondering geplaatst, welke afzondering in een andere inrichting ten uitvoer is gelegd. De beroepscommissie heeft bij uitspraak van 20 mei 2005 met nummer 05/169/GA het beroep van klager,gericht tegen de uitspraak van de beklagrechter betreffende onder meer klagers plaatsing in afzondering, ongegrond verklaard. Gelet op het vorenstaande is de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van deselectiefunctionaris niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 30 mei 2005
secretaris voorzitter