Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0867/GV, 23 mei 2005, beroep
Uitspraakdatum:23-05-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/867/GV

betreft: [klager] datum: 23 mei 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 april 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De feiten
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek, wegens onder meer overtreding van de Opiumwet. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van 30 dagen te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op ofomstreeks 11 oktober 2005. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 11 dagen te ondergaan.

3. Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 73, tweede lid, Pbw wordt het beroepschrift ingediend uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep indient. Een na afloop van deze termijningediend beroepschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.
De beroepscommissie stelt vast dat klager in zijn beroepschrift stelt dat hij op 5 april 2005 kennis heeft gekregen van de beslissing op zijn verlofaanvraag. Zijn beroepschrift dateert van 8 april 2005 en is op 27 april 2005 op hetsecretariaat van de Raad ontvangen, derhalve ver na het verstrijken van voornoemde beroepstermijn. Gelet op het vorenstaande is onvoldoende aannemelijk geworden dat klager tijdig beroep heeft ingediend. Dit klemt te meer nu hetberoepschrift blijkens de poststempel eerst op 26 april 2005 ter verzending aan TPG post is aangeboden. Klager kan om die reden niet in zijn beroep worden ontvangen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.G. Bosch, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 23 mei 2005

secretaris voorzitter

Naar boven