Nummer: 05/609/GB
Betreft: [klager] datum: 13 mei 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 2 maart 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen (huis van bewaring, hierna jovo-h.v.b.) Noordsingel te Rotterdamongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 10 december 2004 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b./ISD Haaglanden te Den Haag. Vanuit dit h.v.b. is hij geherselecteerd voor het jovo-h.v.b. Noordsingel. Deze overplaatsing was ten tijde van het instellen vanhet beroep nog niet gerealiseerd.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager heeft van zijn broer gehoord dat er jongens in het jovo-h.v.b. Noordsingel verblijven met wie klager ruzie heeft. Als klager daar naartoe over wordt geplaatst kunnen er problemen ontstaan. Als klager in een ander h.v.b. in(de omgeving van) Rotterdam wordt geplaatst dan heeft hij geen problemen. Klager moet binnenkort voor de rechtbank verschijnen in verband met zijn eis en is het voor het laatst dat hij op transport moet. Om die reden wil hij lieverook in Den Haag blijven.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager scoort positief op de jovo-indicatielijst. Het parket van eerste aanleg is Rotterdam. Er is geen medische verklaring waaruit blijkt dat zijn vriendin niet tot reizen in staat is. De reisafstand tussen Rotterdam en Den Haagis redelijk. Klager heeft niet aangegeven welke jongens hem liever niet zouden willen zien in het jovo-h.v.b. Noordsingel.
4. De beoordeling
4.1. Het jovo-h.v.b. Noordsingel is aangewezen als een huis van bewaring voor
mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau alsmede als inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 16 Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna deRegeling).
4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet zozeer is gericht tegen zijn jovo-indicatie, maar dat hij het niet eens is met de locatie waar hij dient te verblijven. Klager heeft, voor het eerst in beroep,aangevoerd dat hij, omdat hij van zijn broer vernomen heeft dat er in het jovo-h.v.b. Noordsingel jongens zouden verblijven met wie klager ruzie heeft, niet overgeplaatst wil worden. In zijn bezwaarschrift heeft hij een andere redenaangevoerd, namelijk dat zijn vriendin, die in Den Haag woont en last van haar knie heeft, hem in Rotterdam niet zou kunnen bezoeken. Noch het één noch het ander is door klager nader onderbouwd. Derhalve is de beroepscommissie vanoordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd is met de wet en, bij afweging vanalle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen door klager is aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden maakt dit oordeel niet anders, temeer nu de reisafstand DenHaag-Rotterdam acceptabel is. Het beroep zal, gelet op het hiervoor overwogene, ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 mei 2005
secretaris voorzitter