Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0617/GB, 13 mei 2005, beroep
Uitspraakdatum:13-05-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/617/GB

Betreft: [klager] datum: 13 mei 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 maart 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen aan den Rijn afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 21 oktober 2004 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Wolvenplein te Utrecht. Op 26 oktober 2004 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Lelystad.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Alphen aan den Rijn als volgt toegelicht.
Het is niet voor iedereen weggelegd om in contact te treden met de reclassering. De reclassering is wegbezuinigd. Er is geen rekening gehouden met de reiskosten noch met klagers pasgeboren baby. De baby ondervindt na de zes uurdurende reis lichamelijke klachten zoals slapeloosheid en overgeven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het verzoek tot overplaatsing is afgewezen, omdat klager op geen enkele wijze heeft aangetoond dat zijn partner en/of zijn baby niet tot reizen in staat zijn. De noodzaak van overplaatsing is door klager niet aangetoond. In debestreden beslissing is aangegeven dat als klager één en ander kan aantonen, deugdelijk ondersteund door een verklaring van de reclassering of een deskundige, hij binnen de termijn van artikel 18, derde lid, Pbw een nieuw verzoektot overplaatsing kan richten aan de selectiefunctionaris. In plaats daarvan heeft klager beroep aangetekend. Als klager, die in het h.v.b. Lelystad preventief gehecht is ten behoeve van het parket Zwolle, overgeplaatst zou wordennaar Alphen aan den Rijn zouden er problemen kunnen ontstaan bij het transport door DV & O, die bij een vroege zitting niet tijdig bij de rechtbank kan zijn.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager is preventief gehecht ten behoeve van het parket Zwolle. In het belang van een goede rechtsgang is het wenselijk dat een preventief gehechte gedetineerde verblijft in de nabijheid van het parket van vervolging. Klagerheeft gesteld dat zijn partner en baby in verband met de reiskosten en de afstand (grote) problemen ondervinden bij het bezoek aan klager. Nu het door klager gestelde niet is onderbouwd met nadere ondersteunende verklaringen vanbijvoorbeeld een arts of de reclassering, is de beroepscommissie van oordeel dat het belang van een goede rechtsgang dient te prevaleren. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is nietin strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Daarbij komt dat de selectiefunctionaris klager erop heeft gewezen dat, zodra hij wel het doorhem gestelde kan onderbouwen met nadere verklaringen, hij met inachtneming van de in artikel 18, derde lid, Pbw genoemde termijn opnieuw een verzoek tot overplaatsing kan indienen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 mei 2005

secretaris voorzitter

Naar boven