Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0819/GV, 10 mei 2005, beroep
Uitspraakdatum:10-05-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/819/GV

betreft: [klager] datum: 10 mei 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Dorgelo, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 april 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De partner van klager is in haar jeugd seksueel misbruikt. De gevolgen hiervan ondervindt zij in haar volwassen bestaan. Om de gevolgen te bestrijden zal zij op 13 mei 2005 een borstvergrotende operatie ondergaan. Deze geschiedt opmedische indicatie. Na de operatie kan zij geruime tijd niet voor haar kind zorgen. Familieleden kunnen haar niet bijstaan, zodat gevraagd wordt klager hiertoe strafonderbreking te verlenen.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het ondergaan van een borstvergrotende operatie is geen bijzondere en onverwachte gebeurtenis die een onderbreking van de gevangenisstraf noodzakelijk maakt. Het bureau individuele medische advisering heeft desgevraagd aangegevendat het niet gaat om een ingreep met een medische noodzaak. De ingreep had ook gepland kunnen worden op een moment na klagers detentie.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek, wegens onder meer diefstal.

Krachtens artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (d.d. 24 december 1998, nr.733726/98/DJI), kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer dat nietkan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Klager heeft om strafonderbreking verzocht om zijn partner in de periode na haar borstvergrotende operatie te ondersteunen. Ter ondersteuning van zijn verzoek heeft klager
-onder meer- een verklaring van de arts van zijn partner overgelegd. Na ontvangst van het verzoek om strafonderbreking is contact gezocht met de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie. De medisch adviseur heeft aangegevendat, op grond van nader ingewonnen medische informatie, geen medische noodzaak aanwezig is voor verlening van strafonderbreking. Gelet op het bovenstaande is de afwijzende beslissing van de Minister niet in strijd met de wet en kandeze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 10 mei 2005

secretaris voorzitter

Naar boven