Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/3116/TB, 9 mei 2005, beroep
Uitspraakdatum:09-05-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/3116/TB

betreft: [klager] datum: 9 mei 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman,namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 30 december 2004 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 april 2005, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens de Minister, dr. [...]. Hiervan is het aangehechte verslagopgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager over te plaatsen naar de longstay-afdeling van het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Op 24 mei 2000 is klager geplaatst in de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen (hierna dePompekliniek). Overeenkomstig het advies van de Landelijke Adviescommissie Plaatsing heeft de Minister beslist tot plaatsing van klager op de longstay-afdeling, het Kempehuis, van de Pompekliniek, waar klager in januari 2003 isgeplaatst. Op verzoek van het hoofd van de Pompekliniek is klager is op 29 december 2004 overgeplaatst naar de longstay-afdeling van Veldzicht. De Minister heeft deze plaatsing geformaliseerd bij schriftelijke mededeling van 30december 2004.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing naar Veldzicht. Er waren onvoldoende aanwijzingen om klager over te plaatsen. Uit de overgelegde verklaring van de ex-medewerker, de sociotherapeut [...]., blijkt dat hij hetbriefje met daarop namen en adressen van medewerkers van een andere patiënt heeft ontvangen met wie klager slecht overweg kon. Het was waarschijnlijk bedoeld om klager in een slecht daglicht te plaatsen. De inrichting stelt zich ophet standpunt dat dit briefje in de kamer van klager is aangetroffen, maar dit is niet juist. Klager bevestigt de verklaring van de sociotherapeut [...]. Niet is gebleken dat de honden, die naar drugs zochten op de afdeling, zijnaangeslagen op de kamer van klager. Klager is degene die heeft aangegeven dat er drugs circuleerden in de inrichting. Hij heeft een relatie gehad met een medewerkster en de indruk is dat dit uiteindelijk de reden is geweest voor debeslissing om klager over te plaatsen. Klagers psychotherapeut en de dominee waren van de relatie op de hoogte. Het betreft een samenzwering gericht tegen klager. Klager wil graag teruggeplaatst worden naar het Kempehuis. InVeldzicht is het driemaal zwaarder. Onder valse voorwendselen is klager uit het Kempehuis geknikkerd.

De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager wordt ontvankelijk in het beroep geacht. De beslissing tot overplaatsing is niet tijdig aan hem uitgereikt.
Het betreft een zogenaamde wederzijdse overplaatsing. Eind november 2004 is de Minister door het hoofd van de Pompekliniek op de hoogte gesteld van de dreigende situatie in het Kempehuis. Sinds begin november 2004 ontving dedirectie steeds meer signalen, die bestonden uit toenemende spanningen met patiënten die zich uitten in chaotisch en onvoorspelbaar gedrag, aanwijzingen van harddruggebruik, handel, spanningen en verbale dreigingen tussen patiëntenonderling met als gevolg een dreigende sfeer op de afdeling. Op 18 november 2004 vond een grootscheepse drugscontrole plaats met politieassistentie en honden. Er werden geen drugs gevonden, maar de honden reageerden wel op diverseplaatsen, waar recent drugs aanwezig moeten zijn geweest. Op de kamer van klager werd een geheime bergplaats voor een mobiele telefoon aangetroffen, een headset voor een mobiele telefoon, een fototoestel, diverse schroevendraaiersen een stanleymes. Twee medepatiënten hebben verklaard door klager benaderd te zijn voor een uitbraakpoging middels een gijzeling. Voorts zijn namen en adressen van personeel op de afdeling aangetroffen. Klager is kort hieropevenals een aantal medepatiënten gesepareerd. Dit ging gepaard met ernstige verbale dreigingen van klager aan het adres van de zorgmanager. Op 24 december 2004 heeft het hoofd van de Pompekliniek verzocht om klager over te plaatsennaar de longstayvoorziening van Veldzicht. De overplaatsing is noodzakelijk geworden daar gebleken is dat klager vermoedelijk over langere tijd betrokken is bij leefgroep-ontwrichtende activiteiten alsmede vermoedelijk de veiligheidvan personeel en medepatiënten ernstig in gevaar heeft gebracht. Deze vermoedens nopen tot nader onderzoek door de politie en kunnen mogelijk leiden tot strafvervolging. Zowel in het belang van de orde en rust binnen het Kempehuisals ook in het belang van een goed verloop van het politieonderzoek, dat naar zeggen van de politie gebaat is met de fysieke afwezigheid uit het Kempehuis van klager ter bevordering van informatieverstrekking door medepatiënten,diende de overplaatsing naar Veldzicht op korte termijn gerealiseerd te worden. De orde en de veiligheid voor zowel de medepatiënten als het personeel in het Kempehuis dienen te prevaleren boven de individuele belangen van klager.Het politieonderzoek loopt nog en de resultaten daarvan worden afgewacht.
Het beroep wordt ongegrond geacht.

4. De beoordeling
Klager is op 29 december 2004 overgeplaatst naar de longstay-afdeling van Veldzicht. De Minister heeft deze plaatsing geformaliseerd bij schriftelijke mededeling van 30 december 2004. Derhalve is niet tijdig voldaan aan de inartikel 54, tweede lid, Bvt neergelegde informatieplicht. De omstandigheid dat klager op de hoogte was van het voornemen hem in die inrichting te plaatsen, kan hieraan niet afdoen.
Mitsdien is het beroep gegrond en dient de bestreden beslissing van de Minister op formele grond te worden vernietigd. Klager dient, gelet op het vorenoverwogene, een tegemoetkoming te worden geboden. De beroepscommissie zal dezetegemoetkoming vaststellen op € 50,=.

Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt,en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, teweten vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Minister heeft de beslissing tot overplaatsing van klager genomen met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van eenbeheers/vluchtrisico, alsmede zijn longstay-indicatie.

In verband met onrust op klagers afdeling en aanwijzingen dat er harddrugs op de afdeling aanwezig zouden zijn en mogelijk een gijzeling zou worden voorbereid, is nader onderzoek op de afdeling en in de verblijfsruimten van deverpleegden ingesteld. In klagers verblijfsruimte zijn vervolgens meerdere voorwerpen aangetroffen die voorkomen op de lijst van verboden voorwerpen, zoals schroevendraaiers, een stanleymes en een fotocamera. In verband met de ordeen de veiligheid in de inrichting, diende nader onderzoek te worden verricht. Klager is kort hierop evenals een aantal medepatiënten gesepareerd. Dit ging gepaard met ernstige verbale dreigingen van klager aan het adres van dezorgmanager. In het belang van de orde en de veiligheid van medepatiënten en personeel van het Kempehuis als ook in het belang van een goed verloop van het politieonderzoek, dat volgens de politie gebaat is met de fysiekeafwezigheid uit het Kempehuis van klager ter bevordering van informatieverstrekking door medepatiënten, heeft de Minister besloten tot overplaatsing van klager naar de longstay-afdeling van Veldzicht.

De beroepscommissie is van oordeel dat, welke conclusies te zijner tijd uit het door de politie ingestelde onderzoek kunnen worden getrokken, er ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing voldoende ernstige aanwijzingen enbevindingen voorhanden waren, zoals het aantreffen van schroevendraaiers en een stanleymes in klagers verblijfsruimte, die noodzaakten tot nader onderzoek en de overplaatsing van klager.

Klagers stelling dat een verblijf in Veldzicht ‘driemaal zwaarder is dan een verblijf in het Kempehuis’, kan niet tot een ander oordeel leiden. Zowel Veldzicht als het Kempehuis, thans de enige inrichtingen in Nederland die eenlongstay-afdeling hebben, bieden getoetst aan de hierboven vermelde criteria, hetzelfde kwaliteitsniveau.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager over te plaatsen naar Veldzicht materieel niet in strijd met de wet en kan deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

Nu de bestreden beslissing op formele grond dient te worden vernietigd zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 66, derde lid, onder b van de Bvt in verbinding met artikel 69, vijfde lid van de Bvt bepalendat haar uitspraak met betrekking tot de plaatsing van klager in de plaats treedt van de bestreden beslissing.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op formele grond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt dat haar uitspraak omtrent de overplaatsing van klager in plaats treedt van die beslissing.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Minister toekomende tegemoetkoming op
€ 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. M. Smit en mr. J.M. van der Vaart, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 9 mei 2005

secretaris voorzitter

nummer: 04/3116/TB

betreft: [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 12 april 2005, gehouden in de locatie Zwolle.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker
leden: dr. M. Smit en mr. J.M. van der Vaart.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, alsmede namens de Minister [...].

Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Er waren onvoldoende aanwijzingen om klager over te plaatsen. Uit de overgelegde verklaring van de ex-medewerker, de sociotherapeut [...], blijkt dat hij het briefje met daarop namen en adressen van medewerkers van een anderepatiënt heeft ontvangen met wie klager slecht overweg kon. Het was waarschijnlijk bedoeld om klager in een slecht daglicht te plaatsen. De inrichting stelt zich op het standpunt dat dit briefje in de kamer van klager isaangetroffen, maar dit is niet juist. Klager bevestigt de verklaring van de sociotherapeut [...].. Niet is gebleken dat de honden, die naar drugs zochten op de afdeling, zijn aangeslagen op de kamer van klager. Klager is degene dieheeft aangegeven dat er drugs circuleerden in de inrichting. Hij heeft een relatie gehad met een medewerkster en de indruk is dat dit uiteindelijk de reden is geweest voor de beslissing om klager over te plaatsen. Klagerspsychotherapeut en de dominee waren van de relatie op de hoogte. Het betreft een samenzwering gericht tegen klager. Klager wil graag teruggeplaatst worden naar het Kempehuis. In Veldzicht is het driemaal zwaarder. Onder valsevoorwendselen is klager uit het Kempehuis geknikkerd.

Namens de Minster is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klager wordt ontvankelijk in het beroep geacht. De beslissing tot overplaatsing is niet tijdig aan hem uitgereikt.
Het betreft een zogenaamde wederzijdse overplaatsing. Eind november 2004 is de Minister door het hoofd van de Pompekliniek op de hoogte gesteld van de dreigende situatie in het Kempehuis. Sinds begin november 2004 ontving dedirectie steeds meer signalen, die bestonden uit toenemende spanningen met patiënten die zich uitten in chaotisch en onvoorspelbaar gedrag, aanwijzingen van harddruggebruik, handel, spanningen en verbale dreigingen tussen patiëntenonderling met als gevolg een dreigende sfeer op de afdeling. Op 18 november 2004 vond een grootscheepse drugscontrole plaats met politieassistentie en honden. Er werden geen drugs gevonden, maar de honden reageerden wel op diverseplaatsen, waar recent drugs aanwezig moeten zijn geweest. Op de kamer van klager werd een geheime bergplaats voor een mobiele telefoon aangetroffen, een headset voor een mobiele telefoon, een fototoestel, diverse schroevendraaiersen een stanleymes. Twee medepatiënten hebben verklaard door klager benaderd te zijn voor een uitbraakpoging middels een gijzeling. Voorts zijn namen en adressen van personeel op de afdeling aangetroffen. Klager is kort hieropevenals een aantal medepatiënten gesepareerd. Dit ging gepaard met ernstige verbale dreigingen van klager aan het adres van de zorgmanager. Op 24 december 2004 heeft het hoofd van de Pompekliniek verzocht om klager over te plaatsennaar de longstayvoorziening van Veldzicht. De overplaatsing is noodzakelijk geworden daar gebleken is dat klager vermoedelijk over langere tijd betrokken is bij leefgroepontwrichtende activiteiten alsmede vermoedelijk de veiligheidvan personeel en medepatiënten ernstig in gevaar heeft gebracht. Deze vermoedens nopen tot nader onderzoek door de politie en kunnen mogelijk leiden tot strafvervolging. Zowel in het belang van de orde en rust binnen het Kempehuisals ook in het belang van een goed verloop van het politieonderzoek, dat naar zeggen van de politie gebaat is met de fysieke afwezigheid uit het Kempehuis van klager ter bevordering van informatieverstrekking door medepatiënten,diende de overplaatsing naar Veldzicht op korte termijn gerealiseerd te worden. De orde en de veiligheid voor zowel de medepatiënten als het personeel in het Kempehuis dienen te prevaleren boven de individuele belangen van klager.Het politieonderzoek loopt nog en de resultaten daarvan worden afgewacht.
Het beroep wordt ongegrond geacht.

secretaris voorzitter

Naar boven