Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2891/TB, 9 mei 2005, beroep
Uitspraakdatum:09-05-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2891/TB

betreft: [klager] datum: 9 mei 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 25 november 2004 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 maart 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam zijn klager gehoord en namens de Minister [...] en [...]. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager te plaatsen in de Forensisch Psychiatrische Kliniek Oldenkotte te Eibergen (hierna: Oldenkotte).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De Minister heeft op 25 november 2004 beslist klager te plaatsen in Oldenkotte. Deze plaatsingwas ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in Oldenkotte.
Klagers oudste zus is de enige van zijn familie die nog contact met hem wil en hem bezoekt. Zij heeft een aan een rolstoel gebonden kind, leeft van een uitkering en heeft geen auto. Momenteel kan zij hem niet bezoeken, omdat zij inapril een baby verwacht. Tijdens zijn verblijf in het Pieter Baan Centrum heeft zij hem iedere week bezocht. Gedurende de vier jaar van zijn verblijf in Hoeve Boschoord heeft hij nooit bezoek gekregen. In die tijd heeft klager zelfcontact gezocht met zijn oudste zus en zijn ouders. Met de laatsten is het contact slecht. Klager heeft het twee weken geleden definitief verbroken, toen bleek dat zij de tegemoetkoming voor de te lange duur van de passantentermijnin ontvangst wilden nemen en met het oog daarop de passantentermijn hun niet lang genoeg kon duren. Zijn zus betekent heel veel voor hem en is hem een grote steun. Zij is de enige die hij nog heeft en die om hem geeft. Desgevraagdverklaart klager bij het slagen van de behandeling te willen resocialiseren in Utrecht, in de buurt van zijn zus. Het argument dat de mogelijkheid voor klager bestaat om zelf zijn bezoeker op te zoeken wijst hij van de hand, nu hettijdens zijn eerste tbs meer dan twee jaar heeft geduurd alvorens hij op bezoek mocht.
Het delict waarvoor hij nu tbs heeft gekregen is van totaal andere aard dan dat waarvoor hij in Hoeve Boschoord is behandeld. In de regio Utrecht is nooit iets voorgevallen.
Desgevraagd acht klager, ingeval zijn relaties in de behandeling betrokken zullen worden, het van belang de relatie met zijn oudste zus te verbeteren, niet die met zijn jongste zus die hem de dag voor het delict zou bezoeken en metde rest van de familie.

De Minister heeft de bestreden beslissing schriftelijk als volgt toegelicht.
Krachtens artikel 12 Bvt dient een spoedige opname in een tbs-inrichting bewerkstelligd te worden met inachtneming van de in artikel 11 Bvt genoemde eisen. Ten aanzien van de selectie van ter beschikking gestelden in het kader vaneen eerste opname of herplaatsing in een tbs-inrichting is een toetsing aan een viertal criteria (geslacht, intelligentie, soort stoornis en vluchtgevaarlijkheid) van belang, die plaatsvindt op basis van in het dossier aanwezigeinformatie.
Uit de ter beschikking staande informatie in de onderhavige zaak komt naar voren dat klager een man is met een intelligentieniveau van boven de 80. Er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met borderlinetrekken. Deze stoorniswordt gekenmerkt door een heftige angst te worden verlaten door juist hen, met wie klager een afhankelijke relatie heeft, en door impulsief, zich in misbruik van drugs en alcohol uitend gedrag. Er is niet gebleken van een extreemvlucht- en/of beheersrisico. Genoemde bevindingen resulteerden in selectie voor Oldenkotte. Klager heeft vanwege exhibitionisme van zijn 14e tot zijn 18e jaar in jeugdinrichtingen verbleven en is wegens het plegen van ontucht meteen minderjarige van 1994 tot en met 1999 in het kader van een tbs-maatregel behandeld in Hoeve Boschoord.
Klager heeft aangegeven dat hij in de regio Utrecht wil worden geplaatst, omdat zijn zuster hem in Oldenkotte niet kan bezoeken. Met die wens kan geen rekening worden gehouden, nu uit de stukken niet een zodanig sterke wenselijkheidvan plaatsing in deze regio naar voren dat dit uit oogpunt van het belang van zijn behandeling dient te prevaleren boven het belang van een spoedig plaatsing in Oldenkotte. Indien de inrichting waar klager zal worden geplaatst ditgeïndiceerd acht, kan een resocialisatietraject worden uitgezet in de door klager gewenste regio. Daarnaast is een omgekeerde bezoekregeling mogelijk. Plaatsing in Oldenkotte maakt bezoek niet onmogelijk. Het beroep zal derhalveongegrond zijn.

Ter zitting is namens de Minister- zakelijk weergegeven - daaraan het volgende toegevoegd.
Uit het met het oog op het beroep opgenomen telefonische contact met de p.i. Almere blijkt dat klager het goed doet op de afdeling van verblijf, zich positief gedraagt, reiniger is, negatieve urinecontroles heeft, zichzelf goedverzorgt en er geen incidenten hebben plaatsgevonden. Hij heeft na 15 januari 2005 geen bezoek meer ontvangen. Hij heeft op de afdeling daarover niets gemeld, noch heeft hij een aanvraag ingediend voor bezoek. Klager belt enschrijft veel met zijn zus. Het rolstoelgebruik van zijn nichtje is voor bezoek aan klager hoe dan ook lastig. Het maakt dan ook weinig uit waar de inrichting van klagers verblijf zich bevindt. Na zijn plaatsing in Oldenkotte kanklager incidenteel verlof aanvragen bij Individuele TBS Zaken (ITZ). Van de belangrijke rol die klagers zus zou spelen is weinig terug te zien. Daarenboven kan zijn zus hem ook zonder haar gehandicapte kind bezoeken. Gelet opklagers familiale voorgeschiedenis en het feit dat hem voor de tweede keer tbs is opgelegd is het twijfelachtig of plaatsing in Utrecht is aangewezen.
Desgevraagd wordt opgemerkt dat op grond van zwaarwegende argumenten, zoals de plaats van het delict, uitzondering op de a-selecte plaatsing mogelijk is. Geplaatst wordt op basis van anciënniteit. Meer dan de eerder genoemde viercriteria zouden de instroom vertragen.

4. De beoordeling
Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt,en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, teweten vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Minister heeft de beslissing tot plaatsing van klager genomen met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van eenbeheers/vluchtrisico, alsmede de bestaande wachtlijsten.

Klager is bij uitspraak van 23 september 2003 voor de tweede keer tbs opgelegd. In de rapportage van het Pieter Baan Centrum van 18 juli 2003 wordt geadviseerd om klager wegens het ontbreken van enige innerlijke motivatie enwerkelijk inzicht in zijn emotionele tekortkomingen, tbs met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen en bij de tenuitvoerlegging ervan te overwegen de behandeling niet (uitsluitend) te richten op een gedragsmatigeaanpak. De behandeling dient meer gericht te worden op klagers angsten en conflicten (vanuit zijn borderlineproblematiek) en daarmee op zijn persoonlijke groei.
Op grond van voornoemde rapportage gaat de beroepscommissie ervan uit dat een psychodynamische behandeling is geïndiceerd, van welke behandeling in het algemeen kan worden gezegd dat relaties (waaronder familierelaties buiten deinrichting) en het zich door deze gesteund weten van groot belang kunnen zijn voor de motivatie van de verpleegde. Mede in dat kader acht de beroepscommissie bezoek van familie, in het geval van klager van zijn in Utrechtwoonachtige zus - de enige met wie klager buiten de inrichting contact heeft en die binnenkort vier kinderen heeft, van wie één aan een rolstoel is gebonden - van belang voor klagers behandeling. De aannemelijk gewordenonmogelijkheid voor klagers zus hem op grote afstand, in casu in Oldenkotte, te bezoeken en het belang van bezoek voor klager in aanmerking genomen ligt het in de lijn der verwachting dat een psychodynamische behandeling inOldenkotte minder kansen biedt dan in een inrichting in de buurt van klagers familie. Tevens zal bij een deugdelijke behandeling de nabijheid van familie in een resocialisatiefase op den duur positief kunnen bijdragen aanbehandelsucces.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat uit het oogpunt van het belang van klagers behandeling de sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in een inrichting waar familierelaties redelijkerwijs hunnerzijds kunnen wordenbetrokken bij de behandeling dient te prevaleren boven het belang van plaatsing op korte termijn in Oldenkotte.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager te plaatsen in Oldenkotte in strijd met de wet. Nu de bestreden beslissing dient te worden vernietigd zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde inartikel 66, derde lid, onder a van de Bvt in verbinding met artikel 69, vijfde lid van de Bvt de Minister opdragen uitspraak binnen uiterlijk een maand na ontvangst van en met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing tenemen.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om klager een tegemoetkoming toe te kennen, nu de rechtsgevolgen van de vernietigde beslissing nog ongedaan kunnen worden gemaakt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op materiële grond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Minister op binnen uiterlijk een maand na ontvangst van en met inachtneming van deze uitspraak een nieuwebeslissing te nemen.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. H. Heijs en drs. J.R. van Veldhuizen, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op

secretaris voorzitter

nummer: 04/2891/TB

betreft: [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 21 maart 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: mr. H. Heijs en drs. J.R. van Veldhuizen.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. E. van der Waal-van der Linden.

Gehoord zijn klager en de Minister [...] en [...].

Door klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Klagers oudste zus is de enige van zijn familie die nog contact met hem wil en hem bezoekt. Zij heeft een aan een rolstoel gebonden kind, leeft van een uitkering en heeft geen auto. Momenteel kan zij hem niet bezoeken, omdat zij inapril een baby verwacht. Tijdens zijn verblijf in het Pieter Baan Centrum heeft zij hem iedere week bezocht. Gedurende de vier jaar van zijn verblijf in Hoeve Boschoord heeft hij nooit bezoek gekregen. In die tijd heeft klager zelfcontact gezocht met zijn oudste zus en zijn ouders. Met de laatsten is het contact slecht. Klager heeft het twee weken geleden definitief verbroken, toen bleek dat zij de tegemoetkoming voor de te lange duur van de passantentermijnin ontvangst wilden nemen en met het oog daarop de passantentermijn hun niet lang genoeg kon duren. Zijn zus betekent heel veel voor hem en is hem een grote steun. Zij is de enige die hij nog heeft en die om hem geeft. Desgevraagdverklaart klager bij het slagen van de behandeling te willen resocialiseren in Utrecht, in de buurt van zijn zus. Het argument dat de mogelijkheid voor klager bestaat om zelf zijn bezoeker op te zoeken wijst hij van de hand, nu hettijdens zijn eerste tbs meer dan twee jaar heeft geduurd alvorens hij op bezoek mocht.
Het delict waarvoor hij nu tbs heeft gekregen is van totaal andere aard dan dat waarvoor hij in Hoeve Boschoord is behandeld. In de regio Utrecht is nooit iets voorgevallen. Desgevraagd acht klager, ingeval zijn relaties in debehandeling betrokken zullen worden, het van belang de relatie met zijn oudste zus te verbeteren, niet die met zijn jongste zus die hem de dag voor het delict zou bezoeken en met de rest van de familie.

Namens de Minister is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Uit het met het oog op het beroep opgenomen telefonische contact met de p.i. Almere blijkt dat klager het goed doet op de afdeling van verblijf, zich positief gedraagt, reiniger is, negatieve urinecontroles heeft, zichzelf goedverzorgt en er geen incidenten hebben plaatsgevonden. Hij heeft na 15 januari 2005 geen bezoek meer ontvangen. Hij heeft op de afdeling daarover niets gemeld, noch heeft hij een aanvraag ingediend voor bezoek. Klager belt enschrijft veel met zijn zus. Het rolstoelgebruik van zijn nichtje is voor bezoek aan klager hoe dan ook lastig. Het maakt dan ook weinig uit waar de inrichting van klagers verblijf zich bevindt. Na zijn plaatsing in Oldenkotte kanklager incidenteel verlof aanvragen bij ITZ. Van de belangrijke rol die klagers zus zou spelen is weinig terug te zien. Daarenboven kan zijn zus hem ook zonder haar gehandicapte kind bezoeken. Gelet op klagers familialevoorgeschiedenis en het feit dat hem voor de tweede keer tbs is opgelegd is het twijfelachtig of plaatsing in Utrecht is aangewezen.
Desgevraagd wordt opgemerkt dat op grond van zwaarwegende argumenten, zoals de plaats van het delict, uitzondering op de a-selecte plaatsing mogelijk is. Geplaatst wordt op basis van anciënniteit. Meer dan de eerder genoemde viercriteria zouden de instroom vertragen.

secretaris voorzitter

Naar boven