Nummer: 05/553/GB
Betreft: [klager] datum: 3 mei 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 februari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (hierna jovo-h.v.b.) te Zutphen ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 22 januari 2005 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. te Nieuwegein. Op 1 maart 2005 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. te Zutphen.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Klager kan, nu hij in Zutphen is geplaatst, geen bezoek meer ontvangen van ouders, familie of vrienden. Ook voor zijn advocaat en de reclassering is de afstand te groot. Klager prefereert terugplaatsing naar het h.v.b. inNieuwegein.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is jovo-geïndiceerd. Ten tijde van de bestreden beslissing had het geen zin klager op de wachtlijst voor het jovo-h.v.b. te Nieuwegein te plaatsen, gezien de lengte van de wachtlijst aldaar. Hij is voor Zutphen geselecteerdomdat plaatsing daar op korte termijn mogelijk was. Inmiddels is klager daar geplaatst.
4. De beoordeling
4.1. Het jovo-h.v.b. te Zutphen is aangewezen als een h.v.b. voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau alsmede een inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 16 van deRegeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden.
4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet zozeer is gericht tegen zijn jovo-indicatie, maar tegen de locatie waar hij dient te verblijven. In dit verband overweegt de beroepscommissie als volgt. Klagerprefereerde in verband met zijn bezoek plaatsing in het jovo-h.v.b. in Nieuwegein. De wachtlijst voor deze jovo-inrichting was echter lang, terwijl klager op korte termijn in het jovo-h.v.b. te Zutphen kon worden geplaatst. Deberoepscommissie is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en bij afweging van alle in aanmerking komendebelangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager over de bezoekmogelijkheden heeft aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 3 mei 2005
secretaris voorzitter