Nummer: 05/427/GB
Betreft: [klager] datum: 3 mei 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D. van Dooren, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 18 februari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is op 6 april 2005 door een lid van de Raad gehoord. Klagers raadsman mr. L.L. ten Wolde is op een later tijdstip gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Noordsingel te Rotterdam ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 23 juni 2003 gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) De Ent te Rotterdam. Op 7 februari 2005 is hij ter herselectie overgeplaatst naar het h.v.b. Noordsingel te Rotterdam.
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 20 februari 2006.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Het is klagers eerste detentie. Nadat hij twee jaar in een gesloten gevangenis heeft gezeten, is hij naar de open inrichting overgeplaatst. Toen hij daar aankwam heeft hij niet alle zaken goed begrepen. Het is allemaal nieuw voorhem en hij deed veel indrukken op. Hij was blij dat hij zijn vader weer kon zien. Die is 83 jaar en klager verzorgt hem. Hij legt hiertoe een verklaring over van het ziekenhuis, de huisarts en zijn vader. Klager had veel vragen inde inrichting, bijvoorbeeld over solliciteren naar een baan. Hij was blij met zijn baan, waarbij hij in een auto rondreed. Zijn baas wilde op een gegeven moment dat klager rode diesel ging tanken in plaats van witte diesel.Bovendien werd er op de zolder wiet geteeld. Klager wilde door deze illegale praktijken niet langer bij deze baas blijven werken, maar was bang dat hij, als hij het zou vertellen, zou worden overgeplaatst. Hij heeft zich ziek gemeldbij de baas en is zelf op zoek gegaan naar ander werk en heeft dat ook gevonden. Hij heeft eerder twee dagen bij een snoepfabriek gewerkt, waarbij hij ook in een auto reed. Het werd daar niet nodig gevonden dat klager zijn rijbewijszou ophalen. Hij is daar ontslagen, omdat hij nogal druk was.
In de inrichting wisten ze niet dat klager helemaal niet ziek was. Hij had zich alleen ziek gemeld bij zijn ‘criminele’ baas. Klager vindt het onterecht dat hij een rapport heeft gekregen omdat hij niet eerst is gewaarschuwd. Klagerheeft spijt van zijn handelwijze, maar de situatie was voor hem erg onduidelijk. Klagers einddatum valt op 20 februari 2006. Over negen weken krijgt hij elektronisch toezicht. Hij heeft nog steeds belang bij dit beroep, omdat hetelektronisch toezicht is opgelegd met meer ingrijpende voorwaarden dan normaal. Klager heeft een strakker aangemeten programma gekregen. Hij zal een therapie volgen, omdat hij moeilijk nee kan zeggen. De situatie heeft eenbehoorlijke impact op klager gehad. Het is van groot belang dat hij zo spoedig mogelijk bij zijn vader kan zijn.
Namens klager is hier nog het volgende aan toegevoegd.
Klager had anders moeten handelen en is zich daar ook bewust van. De intentie was echter goed. Klager was eerder al eens op het matje geroepen en was bang uit de open inrichting te worden geplaatst. Daarom heeft hij zelf naar anderwerk gezocht. De raadsman heeft onlangs nog met de nieuwe werkgever gesproken en klager mag daar nog steeds komen werken. Het is van belang dat klager op een werkplek terecht komt waar geen criminele activiteiten plaatsvinden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Een z.b.b.i. vraagt een bepaalde eigen verantwoordelijkheid van een gedetineerde. Door het verzwijgen van bepaalde zaken en het op eigen initiatief dingen regelen waarvan klager wist dat dat niet kon, heeft hij bewust de regelsovertreden. Derhalve is er geen vertrouwen meer in een goed verloop van het verblijf in een z.b.b.i..
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als passant ter herselectie, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Uit de stukken en hetgeen door klager en zijn raadsman is aangevoerd, volgt dat klager zich gedurende zijn verblijf in een z.b.b.i. ten onrechte ziek heeft gemeld bij zijn werkgever en de inrichting hiervan niet op de hoogteheeft gesteld. Hij ging in de ochtend op de afgesproken tijd naar zijn werk en keerde ’s middags op de afgesproken tijd terug. Klager zou geen melding van die ziekmelding aan het personeel van de inrichting hebben gedaan, omdat hijbang was dat hij uit de z.b.b.i. geplaatst zou worden. Dit omdat hij op 20 januari 2005 een waarschuwing had gekregen nadat hij door zijn toenmalige werkgever was ontslagen. Als reden voor zijn ziekmelding heeft klager opgegeven dater sprake was van misstanden bij zijn werkgever en hij tijdens zijn ziekmelding heeft gesolliciteerd bij een andere werkgever. De opgegeven reden wordt door de selectiefunctionaris niet betwist. Dit laat echter onverlet dat klager,zonder de inrichting ervan in kennis te stellen, zich heeft ziek gemeld en in die periode op eigen gelegenheid op zoek is gegaan naar een andere werkgever.
Gelet op vorenstaande is de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk ofonbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 3 mei 2005
secretaris voorzitter