Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0133/GA, 26 april 2005, beroep
Uitspraakdatum:26-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/133/GA

betreft: [klager] datum: 26 april 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 december 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Almere,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 april 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is met bericht noch klager, noch de directeur van de locatie Almere verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klager niet direct in de mogelijkheid is gesteld om een schorsingsverzoek te doen.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft aangegeven in beroep te gaan omdat de commissie partijdig is en de klachten niet naar behoren behandelt.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Indien een gedetineerde aangeeft een schorsingsverzoek in te willen dienen, dient hij hiertoe zo spoedig mogelijk, dat wil zeggen dezelfde dag, uiterlijk de volgende dag, in de gelegenheid te worden gesteld. Met name gedurende detenuitvoerlegging van een disciplinaire straf of een ordemaatregel doet zich de spoedeisendheid van het doen van een schorsingsverzoek gelden.
Klager heeft voor de beklagrechter aangegeven dat hij op zondag 7 november 2004 in de isoleercel is geplaatst en dat hij vanaf die dag om een formulier voor het indienen van een schorsingsverzoek heeft gevraagd. Dit formulier kwampas op dinsdag 9 november 2004. Het vorenstaande is door de directeur onvoldoende weersproken. Gelet hierop dient het beroep gegrond te worden verklaard. Dat de voorzitter van de beroepscommissie het schorsingsverzoek van klagerheeft behandeld doet niet aan dit oordeel af.
De beroepscommissie is van oordeel dat klager door de gegrondverklaring voldoende genoegdoening krijgt en acht daarom geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. E. Rood-Pijpers en mr. Th. E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 26 april 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven