Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/327/GB, 19 april 2005, beroep
Uitspraakdatum:19-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/327/GB

Betreft: [klager] datum: 19 april 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van mr. D.R. Kamps, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 februari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw, op 18 maart 2005 door de voorzitter van de beroepscommissie gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen respectievelijk de beslissing van 24 januari 2005 om klager over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Veenhuizen en de beslissing van 24 januari2005 om klager over te plaatsen naar de gevangenis Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 2 augustus 2004 gedetineerd. Na een verblijf in de gevangenis Veenhuizen is hij geplaatst in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Veenhuizen. Op 24 januari 2005 is hij als passant ter herselectie geselecteerdvoor het h.v.b. Veenhuizen, doch deze plaatsing is niet gerealiseerd. Diezelfde dag is hij geselecteerd voor de gevangenis Veenhuizen, met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau, waar hij 25 januari2005 geplaatst is.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager is first offender. Hij heeft zich op 2 augustus 2004 zelf gemeld. Tijdens de detentie is hem geenrapport aangezegd en hij is zes à zeven keer met verlof gegaan zonder dat dit tot enig probleem heeft geleid. Tijdens deze verlofdagen maakte klager met zijn vriendin uitstapjes met de kinderen. Bewijsstukken zoals kopieën vanfoto’s en kassabonnen zijn bijgevoegd. Klager woonde sinds 1996 samen met zijn vriendin. Vanaf kerst 2004 heeft hij geen contact meer met haar en de kinderen. Hij heeft haar op 2 januari 2005 een SMS-je gestuurd. Hij dacht dat ernog steeds sprake was van een relatie, maar zijn vriendin heeft aangifte van stalking gedaan. In verband met deze aangifte van stalking is klager teruggeplaatst naar een gesloten inrichting, maar hij heeft geen strafbare feitenbegaan. Het verzoek tot overplaatsing is niet gedaan door de selectiefunctionaris, maar door de directeur van de b.b.i. Veenhuizen. De selectiefunctionaris heeft navraag gedaan bij de rechtbank Arnhem en is ervan uitgegaan dat zijdeze informatie mocht gebruiken, omdat klager inmiddels gehoord zou zijn. Klager is echter pas later op 17 februari 2005 gehoord. Voorheen heeft klager lange tijd niet geweten op welke informatie de directeur en deselectiefunctionaris zich baseerden. Klager wordt bij voorbaat al als dader gezien. De directeur en de selectiefunctionaris gaan er gemakshalve maar vanuit dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan stalking en overgeplaatst moetworden naar een strenger regime. De beslissing van de selectiefunctionaris is in strijd met het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel. Klager heeft het ALG-rapport niet gezien noch getekend. Iemand anders heeft voor hemgetekend. Verzocht wordt om klager terug te plaatsen naar een b.b.i..

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op 7 januari 2005 is een proces-verbaal opgemaakt van een aangifte. Klager zou tijdens zijn detentie stelselmatig zijn vriendin stalken, telefonischen per SMS. Het proces-verbaal is door het parket Arnhem aan de inrichting verstuurd. Op basis van deze gegevens is klager afgezonderd en geselecteerd voor het h.v.b. Veenhuizen. Op het moment dat deze beslissing werd genomen, waser geen plaats in een gevangenis. Dezelfde dag kon klager uiteindelijk nog geplaatst worden in de gevangenis Veenhuizen, zodat de plaatsing in het h.v.b. achterwege kon blijven. De selectiefunctionaris is op dat moment gevraagd omgeen informatie over de aangifte aan klager te verstrekken. Klagers gedrag buiten en zijn gedrag vanuit de inrichting naar buiten hebben de selectiefunctionaris doen besluiten om klager terug te plaatsen in het gesloten circuit. Deselectiefunctionaris heeft van de rechtbank Arnhem toestemming gekregen om de aangifte te gebruiken in de behandeling van het bezwaarschrift, omdat klager inmiddels gehoord zou zijn en dus op de hoogte zou zijn van de aangifte.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie vat het beroep op als te zijn gericht tegen de beslissing tot overplaatsing naar de gevangenis Veenhuizen, nu de eerdere selectie voor het h.v.b. Veenhuizen niet geëffectueerd is.

4.2. De gevangenis Veenhuizen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.3. Klager was geplaatst in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau met
regimesgebonden verlof. Naar aanleiding van een proces-verbaal van politie, waarin zijn (ex)-vriendin aangifte heeft gedaan van stalking, heeft de selectiefunctionaris beslist tot terugplaatsing van klager naar een gesloten regime.Gelet op het vorenstaande, waaronder met name de inhoud van het proces-verbaal, is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met dewet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
De beroepscommissie doet de selectiefunctionaris de suggestie om na het verstrijken van een termijn van drie maanden na heden opnieuw te bezien of klager wederom in een b.b.i. kan worden geplaatst.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 19 april 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven