Nummer: 05/448/GB
Betreft: [klager] datum: 19 april 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op 15 juni 1981, verder te noemen klager,
gericht tegen een op 7 februari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen (hierna jovo-h.v.b.) Noordsingel te Rotterdam ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 4 november 2004 gedetineerd. Hij verbleef in de h.v.b.-unit van de locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel. Op 9 februari 2005 is klager overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Noordsingel.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager wordt over drie maanden 24 jaar en zal in verband met zijn status van afgestrafte geselecteerd worden voor eengevangenis.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft nog niet de leeftijd van 24 jaar bereikt. Bij het bereiken van die leeftijd zal automatisch tot uitplaatsing worden besloten, indien daartoe geen contra-indicaties aanwezig zijn. Ten tijde van de beslissing was klagernog niet afgestraft en kon hij nog niet geplaatst worden in een gevangenissetting. Zodra het extract-vonnis is ontvangen, zal een apart selectievoorstel worden ingediend, dat met klager besproken zal worden en waarbij hij zijnvoorkeur kan uitspreken. Er is geen gedragsdeskundig advies uitgebracht, waaruit blijkt dat klager niet thuis zou horen in de jovo-categorie.
4. De beoordeling
4.1. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken alspsychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001) kan worden afgeleid datpsychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.
4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de
Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestellinggebleken dat hij een tekortkoming heeft voor wat betreft opleiding en dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling.
4.3. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie
tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Dat klager inmiddelsafgestraft is, doet hieraan niet af, omdat hij als veroordeelde in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden behoort voor opneming van wie de huizen van bewaring bestemd zijn.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S.van Gemert, secretaris, op 19 april 2005.
secretaris voorzitter