Nummer: 05/260/GB
Betreft: [klager] datum: 13 april 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 20 januari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de (huis van bewaring, hierna h.v.b.-unit van de) locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 3 maart 2004 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Nieuw Vosseveld te Vught. Op 10 september 2004 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Zoetermeer.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek als volgt toegelicht.
Klagers moeder kan niet reizen in verband met haar ziekte. Verwezen wordt naar de brief van haar arts, die is bijgevoegd. 27 kilometer is te ver voor haar. Als klager in de locatie De IJssel wordt geplaatst, hoeft zij maar driekilometer te reizen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen in verband met het schrijven van de officier van justitie d.d. 23 december 2004. De officier van justitie heeft aangegeven negatief te staan tegen overplaatsing zolang klagers hoger beroep nog aanhangigis bij het gerechtshof Den Haag. Voorts is de reisafstand tussen Capelle aan den IJssel en het h.v.b. Zoetermeer zeer acceptabel.
4. De beoordeling
4.1. Klager, behoort, gelet op zijn status als veroordeelde in afwachting van zijn plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Klager heeft zijn verzoek tot overplaatsing onderbouwd met een verklaring van de huisarts van zijn moeder. Niet is gebleken dat de selectiefunctionaris deze medische verklaring in zijn oordeel heeft meegewogen, nu hij in zijnreactie op het verzoek en in zijn reactie op het beroep in het geheel daar niet op in is gegaan. Naar het oordeel van de beroepscommissie is de beslissing van de selectiefunctionaris onvoldoende gemotiveerd. Zij zal het beroepgegrond verklaren, de bestreden beslissing vernietigen en de selectiefunctionaris opdragen binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 april 2005.
secretaris voorzitter