Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0078/GA, 8 april 2005, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/78/GA

betreft: [klager] datum: 8 april 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 januari 2005 van de beklagcommissie bij de locatie Haarlem, betreffende de oplegging van een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel voor de duur van vierdagen en de bijkomende maatregel van verlies van zijn baantje en terugplaatsing naar het basisregime in de Koepel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 april 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.J. van der Woude, en [...], unit-directeur bij voormelde locatie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Met betrekking tot het voorval van 28 oktober 2004 is namens klager verzocht twee getuigen te horen. Klager heeft medegedeeld dat de getuigen aanwezig waren bij de woordenwisseling met de werkmeester, maar niet meer bij het incidentrond de jas en hetgeen daarop is gevolgd. Nu de beroepscommissie met de beklagcommissie van oordeel is dat het verwijt dat klager wordt gemaakt in het bijzonder betrekking heeft op het incident met de jas en hetgeen daarop isgevolgd, wijst de beroepscommissie het verzoek van klager om de getuigen te horen af. Aan waarheidsvinding rond het incident met de jas kunnen de getuigen geen enkele bijdrage leveren.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond wordenverklaard

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. E.B.M. Rood-Pijpers en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 8 april 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven