Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0114/GA, 7 april 2005, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/114/GA

betreft: [klager] datum: 7 april 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 januari 2005 van de beklagcommissie bij de locatie De Grittenborgh te Hoogeveen, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 25,-- vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de vermissing van goederen, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep - zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat de waarde van de vermiste goederen daarmee niet is vergoed. Klager mist na zijn overplaatsing van voormelde locatie naar delocatie De IJssel een doos met diverse, voornamelijk nieuwe, kledingstukken ter waarde van € 300,--. Hij heeft de kledingstukken omschreven in het bij de stukken aanwezige proces-verbaal van rogatoir verhoor. Hij kan de schade nietnader aantonen. De badafdeling van De Grittenborgh zou informatie kunnen verstrekken over de door klager tijdens zijn verblijf in deze inrichting in- en uitgevoerde goederen.

De directeur heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt omtrent de tegemoetkoming nader toe te lichten.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemdongemak bestond voor klager uit de gevolgen van de vermissing van een aantal kledingstukken.
De tegemoetkoming is, zoals de beklagcommissie terecht heeft overwogen, niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk383893/93/DJ, een - zo mogelijk met bonnen van de zoekgeraakte kledingstukken ondersteund - verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffende inrichting. Over een afwijzende beslissing van de directeur opzodanig verzoek kan klager beklag doen bij de beklagcommissie van De Grittenborgh. Ook kan hij zich wenden tot de civiele rechter.

De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de toegekende tegemoetkoming juist is. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. Chr.F. Swart-Babbé, secretaris, op 7 april 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven