Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0340/GA, 7 april 2005, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/340/GA

betreft: [klager] datum: 7 april 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 februari 2005, gegeven door de beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen, op een van de onderdelen van het beklag, en gericht tegen de hoogte van de bij deze uitspraak ten aanzien vaneen ander onderdeel van het beklag vastgestelde tegemoetkoming,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft - voorzover in beroep aan de orde - het (vermeende) verzuim van de inrichting klager de dag tevoren te informeren over het transport naar de zitting van de beroepscommissie.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in dit beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 5,-- vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet krijgen van een warme maaltijd op 9 juni 2004 en het niet krijgen van een bewijs van afgifte vansieraden, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

3. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, ten aanzien van het onder 1. genoemde onderdeel van het beklag in beroep niet toegelicht.
Hij acht de tegemoetkoming te gering omdat hij van dit bedrag geen vervangende maaltijd kan kopen.

De directeur heeft zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep niet nader toegelicht.

4. De beoordeling
Naar het oordeel van de beroepscommissie is met juistheid beslist dat hier geen sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 60 Pbw. Het uitnodigen van een gedetineerde voor een zitting van de beroepscommissie geschiedtschriftelijk door het secretariaat van de beroepscommissie. De inrichting mag er van uitgaan dat de gedetineerde met de zittingsdatum en het transport naar de zitting bekend is en is niet gehouden de gedetineerde de dag tevorenhieromtrent te waarschuwen of hem hieraan te herinneren. Gelet op het vorenstaande heeft de beklagcommissie klager terecht niet-ontvankelijk verklaard in dit onderdeel van het beklag.

Met betrekking tot de hoogte van de toegekende tegemoetkoming overweegt de beroepscommissie het volgende.
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemdongemak bestond voor klager uit het moeten missen van een warme maaltijd, klager is in plaats daarvan een broodmaaltijd aangeboden. Voorts miste klager een bewijs van afgifte van sieraden.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de toegekende tegemoetkoming juist is. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

Het beroep zal derhalve geheel ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. Chr.F. Swart-Babbé, secretaris, op 7 april 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven