Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0194/GB, 21 maart 2005, beroep
Uitspraakdatum:21-03-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/194/GB

Betreft: [klager] datum: 21 maart 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.B. Boone, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 januari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 juni 1996 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis-unit van de locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel. Op 27 december 2004 is hij overgeplaatst naar de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten, waareen regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
De gronden genoemd voor klagers overplaatsing kunnen die beslissing niet dragen. Klager heeft in de locatie Dordtse Poorten te maken met dezelfde directeur als in de locatie De IJssel. Onder verantwoordelijkheid van die toenmaligedirecteur heeft een onderzoek in klagers cel te Krimpen aan den IJssel plaatsgevonden en is klagers post gekopieerd. De beklagcommissie heeft beide klachten gegrond verklaard. Klager is nooit duidelijk geworden wie zijn cel heeftdoorzocht en waarom zijn post is gekopieerd. De houding van de directeur en het personeel ten opzichte van klager is totaal veranderd na de beslissing van de beklagcommissie. Daarvoor is er nooit sprake geweest van enige klacht overklagers gedrag. Uit klagers penitentiaire dossier blijkt ook geen gegronde reden voor overplaatsing. Het penitentiair dossier bevat talloze tegenstrijdige berichten. Van conflicten met personeel wordt wel gesproken, maar klagerheeft geen enkel rapport gehad voor een conflict met een personeelslid. Hij heeft groot belang bij terugplaatsing naar Krimpen aan den IJssel in verband met familiebezoek. In de locatie Dordtse Poorten kan het bezoek slechts in deochtend plaatsvinden waardoor klager geen bezoek kan ontvangen van zijn schoolgaande kinderen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De locatie De IJssel heeft verzocht om klager over te plaatsen naar een andere normaal beveiligde inrichting met een regime van algehele gemeenschap. Dit voorstel is besproken in de selectieadviescommissie. De commissie twijfeldesterk aan de gemeenschapsgeschiktheid van klager en heeft overwogen om klager in een regime van beperkte gemeenschap te plaatsen. Aan klager is een herkansing gegeven. Niet wenselijk leek om hem terug te plaatsen naar de locatie DeIJssel omdat klager daar ruim twee jaar heeft verbleven, waarbij zijn functioneren als steeds problematischer werd ervaren. Dit met betrekking tot het regime zowel als met betrekking tot zijn negatieve invloed op medegedetineerden.In het selectievoorstel wordt een en ander beschreven. Klagers gedrag in de locatie De IJssel maakte het beslist noodzakelijk dat klager op korte termijn werd overgeplaatst. Het was niet langer verantwoord was om klager daar tehandhaven. Klager speelde in De IJssel een centrale en sfeerbepalende rol. Zijn opstelling had gevolgen voor de orde en de rust in de inrichting. Niet ontkend kan worden dat klager tijdens zijn verblijf in De IJssel nauwelijksmiddels rapport is gecorrigeerd. De selectiecoördinator van De IJssel liet weten dat het merendeel van het personeel klager niet durfde te rapporteren, gezien zijn wijze van reageren en zijn invloed op medegedetineerden. Voorts weetklager hoever hij kan gaan zonder tegen een rapport aan te lopen.Door klager in Dordrecht te plaatsen is zoveel mogelijk geprobeerd om tegemoet te komen aan zijn bezoekbelangen. Indien hij door de bezoektijden bepaalde bezoekersniet op bezoek kan krijgen, is het aan klager om daarover in overleg te treden met het personeel van de Dordtse Poorten.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Uit de door de locatie De IJssel uitgebrachte rapportage blijkt dat klager het personeel wantrouwde en een groep medegedetineerden om zich heen verzameld had, waarin hij een belangrijke leidersrol had. Een aantal gedetineerdenfungeerde zelfs als personeel voor klager. Gelet op de ongewenstheid van een dergelijke situatie is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klagervoldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen, temeer nu de afstand Rotterdam-Dordrecht acceptabel is en klager voor wat betreft de bezoektijden kantrachten om tot een oplossing te komen in overleg met het personeel van de locatie Dordtse Poorten.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 maart 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven