Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/3114/GB, 14 maart 2005, beroep
Uitspraakdatum:14-03-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/3114/GB

Betreft: [klager] datum: 14 maart 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 december 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Haarlem c.q. terugplaatsing naar het h.v.b. Zuyder Bos afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 14 januari 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het
h.v.b. Zuyder Bos te Heerhugowaard. Op 7 oktober 2004 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Lelystad.

2.2. Bij uitspraak van 11 februari 2005, met nummer 3268/2004, van de beklagcommissie bij
het h.v.b. Zuyder Bos, is klagers beklag betreffende de oplegging van een ordemaatregel van veertien dagen afzondering in een afzonderingscel ongegrond verklaard. Klager is niet in beroep gekomen waardoor deze uitspraakonherroepelijk is geworden.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen in verband met zijn gedrag. Dit is niet juist en niet rechtvaardig. Klagers beklagzaak wordt momenteel behandeld door de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos. Videotapes en het horen van getuigenzullen klagers onschuld bewijzen en zijn overplaatsing als onterecht doen bestempelen. Klager was lid van de gedeco en heeft zich met respect opgesteld ten opzichte van de bewakers en de directie. Klager is al 23 maanden gedetineerden heeft nog nooit een rapport gehad. De voornaamste reden voor overplaatsing was dat klager gedecovertegenwoordiger was. Het was een geweldloze actie, die gewelddadig werd beëindigd. Dit is als excuus aangegrepen om klager over teplaatsen. Klager wenst teruggeplaatst te worden naar Zuyder Bos.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is geselecteerd voor het h.v.b. Lelystad in verband met zijn betrokkenheid bij het verstoren van de rust en orde in het h.v.b. Zuyder Bos. Vervolgens heeft hij een verzoek tot overplaatsing gedaan naar het h.v.b. Haarlem inverband met het bezoek van zijn kinderen, die niet op bezoek kunnen komen in verband met school of werk. Uit de rapportage blijkt dat klager wel degelijk bezoek ontvangt. Klager verbleef in een inrichting redelijk in de buurt vanzijn kinderen. Hij is door eigen toedoen overgeplaatst naar een andere inrichting. Tijdens de opstand van zijn afdeling in Zuyder Bos zorgde klager voor veel kabaal en opruiende taal, waardoor de orde en de rust binnen de inrichtingernstig verstoord werden. Hij is in afzondering geplaatst in Westlinge. Klager is nog redelijk in de buurt geplaatst van zijn woonplaats. De andere betrokken gedetineerden zijn verplaatst door heel Nederland.

3.3. De nadere toelichting van de unit-directeur van het h.v.b. Zuyder Bos d.d. 25 januari 2004 houdt in dat klager op 2 oktober 2004 een grote rol in de sfeerbepaling tijdens de staking heeft gehad. Door zijn geschreeuw en hetslaan op de ruiten was een grimmige sfeer ontstaan.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager heeft in verband met zijn bezoek om overplaatsing naar het h.v.b. Haarlem c.q. terugplaatsing naar het h.v.b. Zuyder Bos gevraagd. Hij is in oktober 2004 in verband met actieve betrokkenheid bij een opstand in h.v.b.Zuyder Bos overgeplaatst naar het h.v.b. Lelystad. Klager heeft derhalve zelf bewerkstelligd dat hij verder van zijn bezoek is geplaatst. Dit maakt dat de beroepscommissie van oordeel is dat de op de onder 3.2 genoemde grondengebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd overde bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 maart 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven