Nummer: 05/183/GB
Betreft: [klager] datum: 9 maart 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 11 januari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zoetermeer ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 20 oktober 2004 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Scheveningen Zuid te Den Haag. Op 16 december 2004 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Zoetermeer.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Er is geen € 150,= gevonden op klagers meermanscel maar € 105,=. Er is geen enkel bewijs dat de € 50,= en de pillenklagers eigendom waren. Het is niet geloofwaardig dat klager, die slechts éénmaal eerder met justitie in aanraking is geweest, en wel voor rijden onder invloed, al twintig jaar bij dezelfde baas werkt en nooit eerder in een h.v.b.heeft verbleven, alle ins en outs van het h.v.b. zou kennen. Hetgeen nodig is als je pillen het h.v.b. binnen wil smokkelen en verkopen. Misschien moet het personeel eens goed gecheckt worden. Klager zou dit graag allemaal mondelingwillen toelichten. Hij is niet van plan om de schuld te krijgen van dingen die hij niet gedaan heeft c.q. niet kan hebben gedaan.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op klagers meermanscel is een bedrag van € 105,= gevonden op 7 december 2004. Op 13 december 2004 zijn er op klagers meermanscel pillen gevonden en een bedrag van
€ 50,=. Bij verdere navraag is gebleken dat het bedrag van € 105,= is gevonden in de kast van klager, een afgesloten kast waarvan klager de sleutel heeft. Op zich een aanwijzing dat dit geld aan klager toebehoort. Voor wat betrefthet geldbedrag van
€ 50,= en de pillen, die zijn aangetroffen op 13 december 2004 op klagers meermanscel, kon (nog) niet vastgesteld worden wat aan wie toebehoorde. De pillen blijken XTC-pillen te zijn. Naar aanleiding van dit laatste incident isbesloten om beide gedetineerden weg te plaatsen uit de setting waar zich dit incident voordeed.
4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie acht zich op grond van de stukken voldoende ingelicht om
op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om het beroep
mondeling toe te lichten af.
4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van zijn
plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, nu de € 105,= is gevonden in klagers afgesloten kast en de XTC-pillen zijn gevonden in een cel waarin ook klager zat,evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 9 maart 2005.
secretaris voorzitter