Nummer: 05/67/GB
Betreft: [klager] datum: 4 maart 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 4 januari 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten (hierna b.g.g.-gevangenis) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 11 maart 2003 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Overmaze te Maastricht. Op 10 december 2004 is hij geplaatst in de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten Nieuw Vosseveld.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is zich er bewust van dat er, gezien zijn negatieve gedrag, geen andere oplossing was. Hij heeft geen bezwaar tegen plaatsing in een b.g.g.-regime, maar wel tegen plaatsing in de b.g.g.-gevangenis Nieuw Vosseveld. Klagerverzoekt om hem zo spoedig mogelijk over te plaatsen naar de b.g.g.-gevangenis te Maastricht, omdat zijn broer in die plaats een interne opleiding volgt. In Vught kan zijn broer hem niet bezoeken. Omdat klager verder vrijwel geenbezoek ontvangt, is dit voor hem van groot belang.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager was aanvankelijk nog in beeld voor een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, maar na een incident is toch besloten hem te plaatsenin een regime van beperkte gemeenschap. De keuze voor Vught had te maken met de capaciteitsbenutting en het feit dat er in Vught een snelle plaatsing mogelijk was, terwijl dit elders niet het geval was. Ook is daarbij gekeken naarde woonplaats van zijn ouders, te weten Deurne. Overplaatsing naar Maastricht is niet wenselijk. Klager is gedetineerd geweest in Maastricht en hij is in verband met problemen met medegedetineerden overgeplaatst. Vanuit Maastrichtis medegedeeld dat men niet zit te wachten op klagers terugkeer. De reisafstand Maastricht-Vught wordt als acceptabel aangemerkt.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager heeft aangegeven dat zijn beroep niet gericht is tegen plaatsing in het b.g.g.-regime, maar tegen plaatsing in Vught en dat hij overplaatsing naar de b.g.g.-gevangenis te Maastricht prefereert in verband met zijn bezoek.Klager heeft echter al vóór zijn plaatsing in Vught in het h.v.b. te Maastricht verbleven. Hij heeft daar druk en onrustig gedrag getoond en er hebben conflicten plaatsgevonden met medegedetineerden. Mede in verband met een daarplaatsgevonden incident wordt de terugkeer van klager te Maastricht niet wenselijk geacht. Voorts kon klager wel snel in de b.g.g.-gevangenis te Vught worden geplaatst, terwijl dit elders niet mogelijk was.
Gelet op het hiervoor overwogene is de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de weten kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond. Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. vanGemert, secretaris, op 4 maart 2005.
secretaris voorzitter