nummer: 04/2708/TA
betreft: [klager] datum: 16 februari 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.R. Jaarsma,namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 11 oktober 2004 van de beklagcommissie bij de TBS-Kliniek Flevo Future, locatie Amsterdam, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft tevens kennis genomen van de onherroepelijk geworden uitspraak van 11 november 2004van genoemde beklagcommissie (nr. 04/49).
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het stopzetten van klagers resocialisatietraject.
De beklagcommissie heeft klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt - zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht.
Klager is er niet van overtuigd dat zijn beklag niet-ontvankelijk is.
Hij heeft sinds geruime tijd diverse verloven genoten om tot proefverlof te komen. In het verlengingsadvies van de inrichting van 15 mei 2003 werd reeds gesteld dat zou worden gestreefd naar uitbreiding van klagers verlof, hetverder uitvoeren van het resocialisatietraject en het toewerken naar woon- c.q. proefverlof. De rechtbank te Den Haag heeft op 24 juli 2003 de tbs met één jaar verlengd, waarbij is overwogen dat het van belang werd geacht op dekortst mogelijke wettelijke termijn de situatie ten aanzien van de tbs van klager opnieuw te toetsen.
In het advies van de kliniek, voorafgaand aan de verlengingsbeslissing van 15 juni 2004, is aangegeven dat de behandeling er op gericht was dat klager in het kader van zijn resocialisatietraject een half jaar zou gaan wonen in eenkliniekwoning in Zaandam. Daarna zou kunnen worden ingeschat in hoeverre zelfstandig wonen haalbaar zou zijn. Bij laatstgenoemde uitspraak van genoemde rechtbank is klagers tbs nogmaals met één jaar verlengd.
Naar aanleiding van het opschorten op 28 mei 2004 door de Minister van Justitie van de machtigingen voor alle verloven van de tbs-gestelden heeft het hoofd van de inrichting besloten klager, die op de resocialisatieafdelingverbleef, de maatregel van afdelingsarrest op te leggen. Vóór dat moment had klager voor vier dagen per week werk en had hij toestemming tot zes overnachtingen buiten de kliniek. Hem was een woning in Zaandam toegewezen.
Als gevolg van de heroverweging van zijn verloffaciliteiten en de daaruit voortvloeiende beslissing het verlof niet op dezelfde wijze te continueren, is klager zijn werk en zijn woning kwijt. Eén en ander zal zijn resocialisatievertragen.
Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet nader toegelicht.
Tegenover de beklagcommissie is onder meer aangevoerd dat klagers verloffaciliteiten zijn heroverwogen aan de hand van nieuwe maatstaven. Geoordeeld is dat klager meer begeleiding nodig heeft dan hem eerder werd geboden; klagersresocialisatietraject zou daarom op andere wijze worden ingericht.
3. De beoordeling
Uit het onderzoek van de beroepscommissie is het volgende gebleken.
Sedert 28 mei 2004 is klager niet meer in de gelegenheid geweest verloffaciliteiten te genieten. Tot aan deze datum beschikte het hoofd van de inrichting over een machtiging om klager verlof te verlenen met ten hoogste zesovernachtingen buiten de inrichting. Op deze datum is klager afdelingsarrest opgelegd, als gevolg van de opschorting van voormelde ministeriële verlofmachtiging. Op klagers beklag tegen het afdelingsarrest heeft de beklagcommissiebij uitspraak van 11 november 2004 onherroepelijk beslist door gegrondverklaring van het beklag.
Vooropgesteld zij dat de Bvt aan een verpleegde geen recht op verlof geeft, en dat intrekking van verleend verlof pas beklagwaardig is indien dit een zekere onafgebroken periode heeft geduurd.
Het hoofd van de inrichting heeft op 12 juli 2004 aan klager medegedeeld een negatief advies aan de Minister van Justitie te gaan uitbrengen omtrent het hervatten van de verloven die klager voorheen heeft genoten. Het hoofd van deinrichting was voornemens klagers resocialisatietraject op andere wijze, met meer begeleiding dan voorheen, te gaan vormgeven. In het klaagschrift heeft klager vermeld dat zijn behandelingscoördinator op 30 juli 2004 aan klagerheeft medegedeeld dat hij zijn woning en zijn werk kwijt was en overgeplaatst zou worden naar een RIBW-setting.
Genoemde beslissingen van of namens het hoofd van de inrichting vallen niet onder de limitatieve opsomming van de beklaggronden in artikel 56 Bvt. Ten tijde van het nemen van de bestreden beslissingen was immers - nu klager voorheenniet meer dan ten hoogste zes dagen aaneengesloten buiten de inrichting mocht vertoeven - geen sprake van een beslissing van het hoofd van de inrichting tot intrekking van een verlof dat op dat moment tenminste een weekaaneengesloten had geduurd. Tenslotte is niet gebleken van een beperking van een klager toekomend recht.
De beroepscommissie komt gelet op het hiervoor overwogene tot het oordeel dat de beklagcommissie met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. Chr.F. Swart-Babbé, secretaris, op 16 februari 2005.
secretaris voorzitter