Nummer: 05/24/GB
Betreft: [klager] datum: 15 februari 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 22 december 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) in de regio Rotterdam afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 17 september 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Grave.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar een h.v.b. in de regio Rotterdam als volgt toegelicht.
De reisafstand is voor klagers zieke moeder veel te groot. Zijn pasgeboren zoontje moet door iemand meegenomen worden en dat lukt momenteel niet. Daarbij komt dat klagers zuster al een week in het ziekenhuis ligt en zij het bezoekaltijd meenam. Klager is bang dat hij straks geen bezoek meer krijgt.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is preventief ingesloten voor het arrondissementsparket Den Bosch en er is te weinig celcapaciteit in de regio Rotterdam om klager daar naar toe over te plaatsen. Een klein kind kan heel goed reizen per auto en de huisartsvan klagers moeder geeft niets aan over de (on)mogelijkheid van het reizen door klagers moeder. Een medische verklaring omtrent de opname van klagers zuster en de duur daarvan ontbreekt bij de stukken.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Klager is preventief gehecht ten behoeve van het arrondissementsparket Den Bosch. In verband met het tekort aan celcapaciteit in de regio Rotterdam is klagers verzoek tot overplaatsing afgewezen. Gelet op het bovenstaande is deberoepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk ofonbillijk kan worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 februari 2005.
secretaris voorzitter