nummer: 04/3213/GA
betreft: [klager] datum: 14 februari 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 22 december 2004 van de beklagcommissie bij de locatie Ooyerhoek te Zutphen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. H de Jong, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voorzover in beroep aan de orde, betreft de weigering invoer van een personal computer toe te staan.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager volgt een opleiding voor de voltooiing waarvan hij een computer op cel nodig heeft.
Verwezen wordt naar artikel 48 Pbw, artikel 23 Grondwet en artikel 2 EVRM. Eerder heeft klager reeds tijdens zijn opleiding een computer op cel gehad. Het alternatief van extra uren onderwijs voor klager schijnt in de inrichtinggeen reële optie te zijn.
De directeur verwijst naar de uitspraak van de beklagcommissie.
3. De beoordeling
In het in de huisregels van de locatie Ooyerhoek van maart 2004 opgenomen Reglement Voorwerpen op cel is bepaald dat het de in de inrichting verblijvende gedetineerden onder meer niet is toegestaan om personal computers en laptopsop cel in bezit te hebben.
Het beklag heeft betrekking op een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regel, waartegen geen beklag mogelijk is. Gelet op het vorenstaande kan de beslissing van de beklagcommissie niet in stand blijven.Klagers beklag zal alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog niet-ontvankelijk.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 14 februari2005.
secretaris voorzitter