Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2945/GA, 7 februari 2005, beroep
Uitspraakdatum:07-02-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2945/GA

betreft: [klager] datum: 7 februari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.T. Wernsen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 november 2004 van de beklagcommissie bij de locatie Zuid van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Haaglanden te ‘s-Gravenhage,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten. De directeur heeft op (nader)verzoek van de beroepscommissie nadere schriftelijke inlichtingen verstrekt. Een afschrift van die nadere inlichtingen is aan klager en zijn raadsman verzonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde – het niet tijdig informeren omtrent bezoek van derden aan verblijfsafdeling.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft zowel in zijn klaagschrift als ook ter zitting van de beklagcommissie aangegeven dat zijn klacht is gericht tegen een tweetal rondleidingen. Op 5 oktober 2004 werd een groep vrouwen in de arbeidszaal rondgeleid terwijlop 9 oktober 2004 een voetbalteam een rondleiding kreeg over de afdeling. De directeur heeft in zijn reactie enkel gesproken over de rondleiding op 9 oktober 2004. De eerdere rondleiding is onbesproken. Ter zitting van debeklagcommissie heeft de directeur ten aanzien van die rondleiding van 9 oktober 2004 enkel aangegeven dat de betreffende gedetineerden tijdig zouden zijn gewaarschuwd. Hij heeft toen niet kunnen aangeven hoe dat waarschuwen isgeschied en of men er zeker van was dat alle gedetineerden gewaarschuwd waren. Klager is van mening dat zijn recht op privacy onvoldoende is gerespecteerd door het zonder waarschuwing toelaten van die bezoekers op de hiervoorgenoemde data.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht.
De directeur is van mening dat klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat het beklag geen beslissing van de directeur betreft. Op 5 oktober 2004 kwamen twee secretaresses, werkzaam bij de p.i. Haaglanden, op dearbeidszaal om het speelgoed te bekijken dat door de gedetineerden wordt geproduceerd. Dat speelgoed wordt aan het personeel van de p.i. Haaglanden verkocht. Op 9 oktober 2004 is er een voetbalploeg van buiten de inrichting opklagers afdeling geweest. Dit gebeurde omdat die voetbalploeg een wedstrijd zou spelen tegen de gedetineerden van die afdeling. Dit gebeurt regelmatig als ontspanning. Dit gebeurt enkel op klagers verblijfsafdeling omdat daar veelallanggestrafte gedetineerden verblijven. Het staat klager vrij om zich in zijn cel terug te trekken, klager bepaalt evenwel niet wie wel of niet op de afdeling mag komen.

3. De beoordeling
Klager legt aan zijn beklag de stelling ten grondslag dat hij op zijn verblijfsafdeling een recht van privacy heeft en dat hij er dus recht op heeft gewaarschuwd te worden, wanneer er bezoek komt. De beroepscommissie deelt dituitgangspunt niet, zodat het beklag om die reden al ongegrond moet worden verklaard.
Wel merkt de beroepscommissie nog op, dat zij het wenselijk acht, dat tijdig wordt aangekondigd, als er bezoek “van buiten” op de afdeling komt, opdat gedetineerden zich desgewenst kunnen terugtrekken; volgens de directeur is ditgebeurd bij het bezoek van de voetbalploeg.
Het vorenstaande brengt mee, dat als na te melden beslist moet worden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met verbetering van gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 7 februari 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven